Bevorderen van diepgaand leren door feedback tijdens SPOC's


Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.

Introductie

Het onderzoek van Filius, De Kleijn, Uijl, Prins, Van Rijen, & Grobbee (2018) richt zich op enerzijds 'deep learning' (DL) en anderzijds hoe feedback hier toe kan bijdragen in de specifieke context van het werken met 'Small Private Online Courses' (SPOC's). Deze werkvorm wordt de laatste jaren steeds vaker gebruikt in het hoger onderwijs.
Met DL wordt bedoeld:
  • kritisch redeneren;
  • nieuwe kennis integreren in wat de student reeds weet;
  • het leggen van nieuwe verbanden.
Vergeleken met 'oppervlakkig leren' leidt DL tot een betere transfer van kennis.

Door het werken met SPOC's staan leerkrachten voor nieuwe uitdagingen wat betreft DL: communicatie verloopt asynchroon, geen face-to-face contacten, leermiddelen staan vaak al 'vast' bij aanvang van de cursus. Deze facetten maken onder andere dialoog tussen deelnemers moeilijk, alsook het aanpassen van content aan noden van de student.
In het artikel gaat men ervan uit dat feedback, opgevat als een proces in twee richtingen ter bevordering van het leren, een belangrijk middel is ter bevordering van DL in het hoger onderwijs (er wordt verwezen naar dit artikel, waarover ik ook reeds een bijdrage schreef,  Formatief assessment en zelfregulerend leren: een model en zeven principes voor goede feedbackpraktijk; eigen toevoeging) en ook in de context van SPOC's.

Voorstellen in opzet van SPOC's ter bevordering van Deep Learning

Feedback is een krachtig instrument in het leerproces. Het draagt bij aan het dichten van de kloof tussen huidig begrip/prestatie van de student en het beoogde doel. Essentieel is dat feedback leidt tot 'actie'. Feedback kan plaatsvinden tussen docenten en studenten, maar ook tussen peers of een student en de computer.
Hierbij wordt de student gezien als een proactieve deelnemer aan dit proces, waarbij hij gevolg geeft aan de feedback, er actief naar op zoek gaat en er betekenis aan geeft (in dialoog met docenten en peers). De docent is een facilitator van het leerproces, maar de student staat centraal.

Interactie tussen de verschillende deelnemers is een essentieel gegeven. De onderzoekers doen suggesties betreffende het ontwerpen van SPOC's in combinatie met feedback om DL te stimuleren. De nadruk ligt op scalable feedback binnen SPOC's, met andere woorden, interventies die "grote groepen studenten bereiken" zonder dat de werkbelasting van de docenten toeneemt (bijvoorbeeld ook door inzetten van peer-feedback).

Methode

Het betrof een kwalitatief en verkennend onderzoek, waarbij enerzijds een interview afgenomen werd van 15 deelnemers (11 leerkrachten en 4 studenten) en anderzijds op basis van de data bekomen in de interviews, gewerkt werd met een focusgroep van tien professionals werkzaam in de kunst, technologie of het onderwijs (... interviewed 10 professionals from multiple disciplines and areas of expertise who are known for their open-mindedness, to fill in the gaps with more unconventional interventions).

Alle geïnterviewden kregen dezelfde vragen gericht op bijdrage van feedback aan DL, zowel in een context van SPOC's als face-to-face onderwijs. Tevens werd hen gevraagd drie gouden regels te formuleren over het geven van feedback ter bevordering van DL in SPOC's.

Resultaten

Vier interne mechanismen van studenten vormen de basis van kwalitatief leren (volgende gegevens zijn dus data verkregen op basis van het kwalitatieve onderzoek/interviews, er was dus geen kwantitatieve vergelijking tussen online en face-to-face onderwijs; eigen toevoeging):
  • Gevoel van persoonlijke betrokkenheid: indien een student zich betrokken voelt, staat hij ontvankelijker tegenover het krijgen van feedback. Uit de interviews bleek dat verschillende docenten in een online leeromgeving meer mogelijkheden zagen in feedback op maat aan meerdere studenten (vergeleken met een klassituatie) waardoor hun betrokkenheid kan toenemen;
  • Ontvangen en vragen van feedback: het zelf geven van feedback, aan peers of aan zichzelf, is een belangrijk aspect bij het leren, nu en later. In een online omgeving vragen studenten vaker naar feedback en geven ze deze frequenter. Door deze 'hoeveelheid' wordt wel aangegeven dat deze vaker bijdraagt aan 'oppervlakkig' leren (of oppervlakkige feedback). Sommige geïnterviewde docenten gaven daarom aan prioriteiten te stellen in waarop feedback gegeven werd;
  • Onderzoeken/exploreren door ideeën te uiten, er feedback op te krijgen en weer terug te spelen (probing back and forth): een proces tussen zowel docenten als peers. Op deze manier wordt er diepgaand nagedacht en wordt voorkennis gekoppeld aan nieuwe inzichten. Hiervoor is een veilige omgeving noodzakelijk. Deze dialoog van vraag-antwoord vindt best synchroon plaats (hiermee wordt bedoeld, dat vraag en antwoord direct op elkaar volgen, anders dan bijvoorbeeld meestal het geval is bij mailverkeer of wanneer iets op een forum geplaatst wordt, waarbij antwoorden meestal pas later volgen; eigen toevoeging);
  • Begrijpen van je eigen leerproces: in het kader van DL dienen studenten hun verworven kennis toe te passen in andere situaties en contexten. Hierbij passen ze niet alleen reeds verworven kennis toe maar breiden deze uit met nieuwe inzichten en concepten. Dit gebeurt stap voor stap, en bij iedere stap wordt feedback voorzien. Zo verkrijgen studenten beter inzicht in de leeractiviteit en de daarbij verkregen feedback.

Hoe kan feedback bijdragen aan het triggeren van deze vier mechanismen?

  • Verzamel data over de studenten voorafgaand aan een cursus. Bepaalde kenmerken van SPOC's kunnen hiertoe bijdragen. Data bekomen door een voorkennistest, laat studenten zichzelf voorstellen door een filmpje, vraag naar hun motivatie, interesse ... Deze data laten toe feedback gerichter te geven, wat leidt tot meer persoonlijke betrokkenheid;
  • SPOC's laten makkelijk toe de voortgang, bijdragen, ... van studenten te monitoren. Op basis hiervan kan er weer persoonlijker feedback gegeven worden, wat een positief effect heeft op de individuele betrokkenheid;
  • Stel prioriteiten in feedback: beperk het aantal mogelijkheden waarop feedback gegeven wordt en laat studenten zelf prioriteiten stellen in waarover ze feedback wensen te ontvangen. Laat studenten eerst in peer groepjes feedback geven, vragen stellen ... alleen de overgebleven vragen mogen aan de docent gesteld worden. Geef studenten een (beperkt) aantal 'vouchers' die ze kunnen inzetten om feedback te vragen. Tracht als docent feedback te geven die relevant is voor meerdere studenten;
  • Beoordeel de kwaliteit van de gegeven en ontvangen feedback. Bekrachtig studenten in de kwaliteit van de door hen voorziene feedback. Het op deze manier nadenken over de feedback bevordert DL. Geef studenten daarom richtlijnen en voorbeelden van terugkoppeling die bijdraagt aan DL, laat ze elkaars feedback 'liken' of geef extra 'certificaten' als docent aan studenten die waardevolle terugkoppeling gaven;
  • Moedig het geven van asynchrone mondelinge feedback (audio of video) aan. In gesproken feedback kunnen, bijvoorbeeld, door intonatie meer nuances gelegd worden. Studenten luisteren er makkelijker naar op, biivoorbeeld, hun smartphone, het (geven) neemt minder tijd in beslag en is persoonlijker. Zorg dat studenten voldoende onderlegd zijn in de technische voorwaarden. Leg er de nadruk op dat ze uitsluitend beoordeeld worden op de inhoud van hun feedback;
  • Moedig geschreven asynchrone peer-feedback aan. Schrijven van feedback draagt bij aan het langer en kritischer nadenken over de feedback die gegeven wordt. Indien dit gebeurt in dialoogvorm probing back and forth, is eveneens een versterkend gegeven. Geven van feedback is naast ontvangen van feedback eveneens een sterk instrument. Voorzie studenten van criteria in het geven van feedback, laat ze samenwerken aan een opdracht waar het geven van feedback tijdens deze taak deel van uitmaakt ...;
  • Ondersteun groepswerk. Online groepswerk werd door beide groepen van geïnterviewden gezien als een manier waarbij door feedback DL bevorderd wordt. Het heen-en-weer stellen van vragen over het onderwerp en de persoonlijke betrokkenheid bij de groepsopdracht, dragen bij tot DL. Bekrachtig (formele en informele) bijdragen van studenten op fora, moedig aan tot het stellen van vragen en beantwoorden van vragen van anderen;
  • Voorzie georganiseerde synchrone feedback. Organiseer online sessies, in werkbare groepen, waarbij feedback gegeven wordt op het moment zelf. Studenten ervaren dit als persoonlijker dan asynchrone geschreven feedback en kunnen er direct mee aan de slag. Het stelt zowel de docent als de student in staat om direct verduidelijking te vragen. Maak vooraf duidelijk afspraken (geen multitasking, duur van de sessie ...) Het koppelen van synchrone feedback met samenwerken (synchrone coproductie) kan een waardevolle variant zijn;
  • Geautomatiseerde feedback. Dit kan door meerkeuzevragen in het ontwerp te integreren, waarbij studenten kritisch dienen na te denken over vragen en antwoorden. Stel de test zo op dat er een opbouw zit in de vragen, de student info dient te synthetiseren, erover dient te reflecteren en antwoorden dient te onderbouwen.

Discussie

Stimuleren van Deep learning is een belangrijke taak van het hoger onderwijs. De digitale mogelijkheden van en de kleine groepjes die deelnemen aan SPOC's kunnen hierbij een meerwaarde betekenen.
Kernpunten zijn:

Referenties

Filius, R. M., De Kleijn, R. A., Uijl, S. G., Prins, F. J., Van Rijen, H. V., & Grobbee, D. E. (2018). Promoting deep learning through online feedback in SPOCs. Frontline Learning Research, 6(2). doi.org/10.14786/flr.v6i2.350

Reacties