Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.
Steun Te Gek!? een organisatie die psychische aandoeningen minder onzichtbaar helpt maken #WarmsteWeek
Vooraf
De oorspronkelijke bedoeling van deze blog was inspelen op de actualiteit: het voorstel van een (digi)plan nadat er eerder al een sprong gewaagd werd. Over dit gegeven zelf ga ik eerder kort zijn: het zal toch veeleer zijn hoe er met toestellen omgegaan wordt, dat gaat bepalen of een laptop in een kast het leren meer gaat bevorderen dan een laptop in een boekentas. Slecht gebruik van een krijtbord maakt ook alleen maar stof. Zie daarover ook de 'Publicatie in de kijker' van het Onderzoekscentrum Onderwijs en Leren onlangs op LinkedIn.
In deze blog wil ik echter even inzoomen op de uitspraak van minister Demir dat we er goed aan doen kinderen niet alleen op digitale toestellen te laten werken, maar dat 'schrijven' ook erg belangrijk is. Schrijven zou het brein van kinderen immers meer activeren (vanaf seconde 15). Klinkt goed en noodzakelijk, meer hersenactiviteit, maar wat zegt onderzoek over de link tussen deze - door schrijven verhoogde - activiteit en leeruitkomsten?
Meer breinactiviteit, meer leren?
Als het gaat over vergelijkingen tussen typen op een klavier en schrijven met een pen op papier, speelt onderzoek zich meestal af bij studenten in het hoger onderwijs. Denk aan de moeder (en vader) van deze studies, namelijk Mueller & Oppenheimer (2014) met de veelzeggende titel "The pen is mightier than the keyboard". Daarnaast zijn er replicaties daarvan en antwoorden daarop zoals Urry (2021), vrij vertaald "Gooi die laptop toch nog maar niet in de prullenbak". Dit sluit aan bij wat we in ons boek 'Wijze lessen. Digitale didactiek' reeds schreven: het is moeilijk om voor alle studenten en leerlingen, en alle contexten, een globale uitspraak te doen over wat het meest bevorderlijk is voor leren: typen op een klavier of schrijven met de (digitale) pen (vanaf pagina 76).
Globaal genomen is er een voordeel van aantekeningen maken op papier, vooral als studenten deze later ook nog mogen bestuderen. De meest recente mij gekende overzichtsstudie (Flanigan et al., 2024) wijst in de richting van een 'gemiddeld sterk positief effect' (g=0.248) van schrijven met pen en papier, een voordeel dat dus sterker wordt als de aantekeningen mogen bestudeerd worden. Flanigan verwijst naar één overzichtsstudie waarbij het voordeel van pen en papier bij bestuderen van aantekeningen ophield te bestaan. De onderzoekers wijzen erop dat in deze studie ook jongere leerlingen (-18j) werden opgenomen, ligt daar een eventuele verklaring? Ik kan er niet meteen een vinger op leggen, en had eerder het omgekeerde verwacht.
Globaal genomen is er een voordeel van aantekeningen maken op papier, vooral als studenten deze later ook nog mogen bestuderen. De meest recente mij gekende overzichtsstudie (Flanigan et al., 2024) wijst in de richting van een 'gemiddeld sterk positief effect' (g=0.248) van schrijven met pen en papier, een voordeel dat dus sterker wordt als de aantekeningen mogen bestudeerd worden. Flanigan verwijst naar één overzichtsstudie waarbij het voordeel van pen en papier bij bestuderen van aantekeningen ophield te bestaan. De onderzoekers wijzen erop dat in deze studie ook jongere leerlingen (-18j) werden opgenomen, ligt daar een eventuele verklaring? Ik kan er niet meteen een vinger op leggen, en had eerder het omgekeerde verwacht.
Maar dan vergeten we natuurlijk nog dat niet alle digitale toestellen noodzakelijk maken dat er getypt wordt. Op een tablet kan je immers ook schrijven, en met een paperscreenprotector is mijn eigen ervaring daarmee eerder positief. Ik ken niet veel rechtstreeks onderzoek hierover, maar volgens Shell en collega's (2021, ook hoger onderwijs) is het voordeel van schrijven op papier, of op een tablet ten opzichte van typen op een klavier vergelijkbaar. Marano en collega's (2025) beschrijven dat nieuwe stylus/touchscreen technologie gelijkaardige sensorische ervaringen kan realiseren (haptische feedback, door bijvoorbeeld trillingen en tactiele sensaties) als schrijven met pen en papier, waardoor er eveneens gelijkaardige breinactiviteit gerealiseerd wordt.
Een onderzoek waarnaar vaak verwezen wordt* als het gaat om breinactiviteit (hersenconnectiviteit) tijdens het schrijven met een pen, vergeleken met typen op een klavier is dat van Van der Weel en Van der Meer (2024). Uit hun onderzoek moet blijken dat de activiteit groter is tijdens het schrijven dan tijdens het typen. Maar bevordert deze gemeten breinactiviteit het leren? De auteurs zeggen dit niet letterlijk (leren werd ook niet gemeten in het onderzoek), maar de sterker waargenomen hersenactiviteit zou gelinkt zijn aan 'geheugen en coderen van nieuwe informatie'. Onder andere Pinet en Longcamp (2025) wijzen erop dat je deze breinconnectiviteit niet zomaar gelijk kan stellen met beter(e voorwaarden voor) leren. Wie weet is de activiteit belastend voor het werkgeheugen, waardoor leren net in het gedrang komt? Anderzijds kan het natuurlijk best zo zijn dat lerenden 'harder nadenken' tijdens het schrijven. In de eerder vermelde overzichtsstudie van Flanigan wordt bijvoorbeeld beschreven dat studenten die schreven, hun aantekeningen vaker nalezen en aanvullen tijdens de les.** Daarnaast bevatten de aantekeningen van lerenden die typen meer woorden dan wanneer er geschreven wordt, maar er is geen positieve samenhang tussen meer woorden en betere leeruitkomsten. Misschien moeten de studenten die schrijven informatie al meer verwerken, omdat ze niet in de mogelijkheid zijn alles wat er gezegd wordt neer te pennen?
Nog even dit: tijdens het onderzoek van Van der Weel en Van der Meer (2024) werd er slechts met één vinger van één hand getypt ... en schrijven gebeurde met een digitale pen op een touchscreen.***
Ose Askvik, van der Weel en Van der Meer (2020) deden gelijkaardige vaststellingen bij het vergelijken van hersenactiviteit bij schrijven/tekenen/typen bij 12-jarigen en jong adolescenten. Ook zij stellen dat de hersenactiviteit die vastgesteld wordt 'correlleert' met betere prestaties van het werkgeheugen en het coderen van nieuwe informatie. Maar ook hier weer: schrijven gebeurde met een digitale pen op een touchscreen.
Het is afwachten tot bovenstaand onderzoek opnieuw gevoerd wordt, maar deze keer gecombineerd met 'leertaken', waarbij de leeruitkomsten gelinkt worden aan de breinactiviteit van de deelnemers. Hoe? Dat is niet aan mij, ik typ en schrijf hier gewoon over.
Op basis van onderzoek dat er momenteel bestaat, dienen we dus met enige voorzichtigheid uitspraken te doen over de samenhang tussen breinactiviteit veroorzaakt door de schrijfbeweging en beter leren.
Maar er is natuurlijk ook nog het belang van schrijven voor het leren lezen. Een onderzoek waarnaar hiervoor geregeld verwezen wordt, is dat van James en Engelhardt (2012). In hun onderzoek bij nog niet geletterde kinderen van 5 jaar, bleek dat alleen het 'waarnemen' van door de kinderen zelf gevormde letters leescircuits in de hersenen activeerde. De voorafgaande motorische handeling van het zelf schrijven bleek dus essentieel.**** Daarnaast zou de variatie in het schrijven van letters ook belangrijk zijn. Een bepaalde letter schrijf je nooit helemaal hetzelfde met een pen. Dit zou bevorderlijk zijn voor latere letterherkenning: deze variabiliteit, in tegenstelling tot de uniforme output van typen of 'natrekken', helpt kinderen wellicht om robuustere mentale representaties van letters op te bouwen en om ze later beter te herkennen in verschillende vormen. Dus zeker voor jonge leerlingen is die schrijfbeweging van belang. Op latere leeftijd zijn er wellicht andere redenen om een keuze te maken voor typen versus schrijven. Je kiest bijvoorbeeld voor schrijven voor leerinhouden waarbij je ook tekeningen moet maken tijdens het noteren. Digitaal schrijven of typen kan dan weer een meerwaarde zijn bij toepassingen waarbij je aantekeningen maakt bij het bekijken van een video, waardoor die aantekeningen gelinkt worden aan een bepaald ogenblik in de video.
Conclusie
Het betreft hier een blog en geen systematische review of meta-analyse. Ik hoor graag over aanvullend onderzoek dat bepaalde claims zou versterken of nuanceren.
Dat schrijven met de hand unieke bereinactiviteit veroorzaakt, lijkt aangetoond. Er wordt gesproken van een correlatie tussen deze activiteit en 'betere omstandigheden voor leren'. Het is wachten op sluitend experimenteel onderzoek om deze claim/hypothese echt hard te maken. Daarnaast valt op dat onderzoek waarnaar vaak verwezen wordt om de breinactiviteit door schrijven in kaart te brengen, niet plaatsvond door te schrijven met een pen op papier. Ook door met een digitale pen op een touchscreen te schrijven werd de (voor leren verondersteld) gunstige breinactiviteit vastgesteld. Deze vaststelling zou eerder een keuze voor digitale toestellen waarop geschreven kan worden in plaats van toestellen met een klavier hard maken, niet om digitale toestellen in zijn geheel te weren uit het klaslokaal. Vergeleken met een blad papier, is er natuurlijk nog het gegeven dat bij digitale toestellen het veelkoppige monster afleiding om de hoek loert. Behalve eventueel origami zie ik niet veel mogelijkheden met een blad papier, behalve erop schrijven.***** Deze blog gaat over breinactitiviteit, maar afleiding is zeker iets om mee in de weegschaal te gooien bij het maken van de keuze wanneer je als lesgever digitale toestellen laat gebruiken.
Leerlingen 'deftig' leren schrijven op jonge leeftijd blijft natuurlijk van belang. Evidentie voor de link met beter leren lezen als kinderen schrijven, is robuust. Niet goed kunnen schrijven met de hand, kan daarnaast verhinderen dat lerenden op latere leeftijd hiervoor kiezen bij het maken van aantekeningen. Als schrijven op zich een belasting vormt omdat dit niet vlot verloopt, zullen ze wellicht ook in omstandigheden waar dit minder aangewezen is, gaan typen.
* Meer dan 80000 views en 11000 downloads, 44 keer geciteerd sinds 2024 volgens Google Scholar
** Bevraging van studenten wees er ook op dat zij die schreven aantekeningen maken belangrijker vonden voor het leren dan zij die ervoor kiezen te typen. Deze vaststelling kan natuurlijk ook de resultaten beïnvloed hebben.
*** Onderzochte groep = 36 universiteitsstudenten.
**** Niet alleen het typen van letters leverde dit effect niet op, maar ook het 'natrekken' ervan niet. Het is dus blijkbaar iets meer dan alleen de motorische handeling zelf.
***** Geen pleidooi om ook origami toe te voegen aan het curriculum.
Bronnen
Google. (2025). Notebook LM (Versie 29 mei 2025) [Large language model]. https://notebooklm.google.com
Flanigan, A. E., Wheeler, J., Colliot, T., Lu, J., & Kiewra, K. A. (2024). Typed versus handwritten lecture notes and college student achievement: A meta-analysis. Educational Psychology Review, 36(3), 78. https://doi.org/10.1007/s10648-024-09914-w
James, K. H., & Engelhardt, L. (2012). The effects of handwriting experience on functional brain development in pre-literate children. Trends in neuroscience and education, 1(1), 32-42. https://doi.org/10.1016/j.tine.2012.08.001
Marano, G., Kotzalidis, G. D., Lisci, F. M., Anesini, M. B., Rossi, S., Barbonetti, S., Cangini, A., Ronsisvalle, A., Artuso, L., Falsini, C., Caso, R., Mandracchia, G., Brisi, C., Traversi, G., Mazza, O., Pola, R., Sani, G., Mercuri, E. M., Gaetani, E., & Mazza, M. (2025). The Neuroscience Behind Writing: Handwriting vs. Typing—Who Wins the Battle? Life, 15(3). https://doi.org/10.3390/life15030345
Ose Askvik, E., Van Der Weel, F. R., & Van Der Meer, A. L. H. (2020). The Importance of Cursive Handwriting Over Typewriting for Learning in the Classroom: A High-Density EEG Study of 12-Year-Old Children and Young Adults. Frontiers in Psychology, 11, 1810. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2020.01810
Pinet, S., & Longcamp, M. (2025). Commentary: Handwriting but not typewriting leads to widespread brain connectivity: a high-density EEG study with implications for the classroom. Frontiers in Psychology, 15. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2024.1517235
Van der Weel, F. R., & Van der Meer, A. L. H. (2024). Handwriting but not typewriting leads to widespread brain connectivity: A high-density EEG study with implications for the classroom. Frontiers in Psychology, 14, 1219945-1219945. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2023.1219945
Reacties
Een reactie posten