Het inzetten van videomateriaal om verpleegkundige interventies aan te leren. Wat zegt de literatuur?

Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.

In onze school HBO Verpleegkunde Genk zijn we begonnen (schooljaar 2019 effectief opgestart) met deeltijds face-to-face onderwijs en begeleid online studeren. Het traject is met een jaar verlengd (4 ipv 3) om het zo mogelijk te maken deeltijds werken met studeren te combineren. De meerderheid van de studenten werkt reeds in de zorg en wil een opstap naar verpleegkunde maken.

Het is zoeken naar manieren die de kwaliteit van het 'echte contactonderwijs' benaderen of zelfs aanvullen, en waarvan liefst enige evidentie bestaat. Eén daarvan is het gebruik maken van beeldmateriaal voor het aanleren van verpleegkundige interventies.

Ik zocht eens op wat er geweten is van de efficiëntie, effectiviteit, ... van videomateriaal en hoe de kwaliteit ervan mee bepaald wordt.

Startpunt van mijn bronnen vond ik in het congresboek van HGZO-2017, meer bepaald de workshop "Kan goed ontwikkeld videomateriaal een demonstratieles vervangen bij het aanleren
van een verpleegtechnische vaardigheden?", van Vera Balduyck, Belinda Drieghe en Tim Torsy.

Het belang van het aanleren van skills

Voordat studenten geconfronteerd worden met het werkveld, is het van belang dat ze goed voorbereid en getraind zijn in deze klinische vaardigheden (Forbes et al., 2016; Massey et al., 2014). Het kunnen bekijken van simulaties van deze vaardigheden vormt een belangrijk aspect hierin en technologie kan daaraan een bijdrage leveren. Meer bepaald het gebruik van video's kan de studenten de uitvoering van de vaardigheden tonen, zelfs in meerdere contexten (Forbes et al., 2016).

Effectiviteit

Verschillende studies toonden aan dat het aanleren van verpleegtechnische vaardigheden gebruik makend van of aangevuld met videomateriaal, leidde tot een sterkere beheersing van de vaardigheid, zowel cognitief als procedureel. Ook zou het gebruik van videomateriaal een hoge tevredenheid genieten bij studenten als leermiddel. Zowel als voorbereiding op het uitvoeren van de vaardigheid en als revisiemogelijkheid achteraf is het gebruik van video's effectief (Forbes et al., 2016). McCutcheon, Lohan, Traynor en Martin (2014) stellen algemener dan een blend van online en face-to-face onderwijs in het aanleren van skills even effectief is als 'traditionelere' aanpakken. In onderzoek van Massey et al. (2017) bleek door het gebruik van videomateriaal van skills, niet zozeer de prestatie op zich te verbeteren, maar studenten vertoonden wel meer vertrouwen in hun eigen vaardigheden, studenten hadden een duidelijker beeld van wat van hen verwacht werd, waardoor engagement toenam en stress verminderde (het ging hier meer specifiek om beeldmateriaal van assessment van skills).

Efficiëntie

De resultaten uit de literatuur met betrekking tot efficiëntie zijn minder eenduidig. Ze zijn deels gebaseerd op de cognitive load theory (een theorie gebaseerd op de beperkte capaciteit van het werkgeheugen en waarbij het, kort door de bocht, neerkomt op het aanbieden van informatie op een manier dat deze belasting de belastbaarheid niet overschrijdt, in deze context zou ik zeggen dat het filmmateriaal zo moet opgebouwd zijn dat het optimaal gebruik maakt van zowel het visuele als het auditieve kanaal; eigen toevoeging).
Wat de beste manier van aanbieden is, statische beelden of bewegende beelden, is blijkbaar niet helemaal duidelijk.
De efficiëntie van de beelden kan versterkt worden door de combinatie van stilstaande en bewegende beelden, een verstelstem, bijschriften, aantekeningen, zorgen dat de kijker 'controle' heeft (stoppen, terugspoelen ...) en het aanbieden van kleinere blokken van informatie. Het sociale aspect van 'een verteller' versterkt het engagement van de student met het beeldmateriaal. Het is eveneens belangrijk dat de essentie alleen aan bod komt, zodat de student zich focust op de kernaspecten.

Bruikbaarheid

Studenten zouden het bekijken van video's prefereren boven andere online media, het bekijken van video's 'die de realiteit benaderen' geeft minder stress dan het inoefenen in echte situaties en het herhaald uitgesteld kijken is een pluspunt.
De mogelijkheid om video's via draagbare toestellen te kunnen bekijken verhoogt de mogelijkheid van toegang tot just-in-time informatie (een belangrijk aspect van procedurele informatie binnen het 4C/ID model van van Merriënboer en Kirschner, ik zie hier voor mezelf een soort toepassing als Google Glass, waarbij informatie of beelden verschijnen tijdens het uitvoeren van een zorg net op het moment dat ze nodig zijn; eigen toevoeging).
Daarnaast kan het inzetten van video ook bijdragen aan het ontwikkelen van technologische competenties van toekomstige studenten. Niet onbelangrijk gezien de ontwikkelingen in het werkveld. Hierbij kan ook de strategie toegepast worden dat studenten hun eigen filmpjes van verpleegtechnische vaardigheden maken (Forbes et al., 2016). (deze kunnen dan ook ingezet worden om (peer-)feedback te krijgen; eigen toevoeging). In sommige onderzoeken gaven studenten aan meer vertrouwen te hebben in hun ICT vaardigheden doordat ze onder andere online studeerden. Het gebruik van video's zou ook bijdragen aan hun zelfeffectiviteit bij het studeren (McCutcheon et al., 2014). Het gebruiken van video's als leermiddel is een flexibel instrument dat eerlijke kansen tot leren biedt aan studenten, waarbij onderzoek vaak aantoont dat studenten positief staan tegenover het gebruik. Het positieve effect van videogebruik (vergeleken met traditionelere aanpak) blijkt in het ene onderzoek al meer dan in het andere  (Massey et al., 2014).

Kwaliteit

Er is nood aan kwalitatief beeldmateriaal dat ingezet wordt in het leerproces van toekomstige verpleegkundigen.
Natuurlijk dient de getoonde informatie correct te zijn, wat met het steeds toenemende aanbod (o.a. op Youtube) niet het geval is. De ontwikkeling van standaarden, kwaliteitseisen, ... hierin is van belang, net zoals het aanleren van vaardigheden bij studenten om informatie op kwaliteit te beoordelen.
Daarnaast blijkt dat studenten ook belang hechten aan een hoge beeldkwaliteit van de video's.

Conclusie

Forbes et al. (2016) adviseren verder onderzoek naar het inzetten van mobiele toestellen om video te gebruiken, alsook het bewaken van principes van cognitive load bij het maken van video's en het garanderen van kwaliteit (zowel evidence based informatie als technische videokwaliteit). McCutcheon et al. (2014) geven aan dat verder onderzoek naar eventuele meerwaarde van blended learning in het aanleren van verpleegtechnische vaardigheden noodzakelijk is.

Bronnen

Forbes, H., Oprescu, F. I., Downer, T., Phillips, N. M., McTier, L., Lord, B., ... & Simbag, V. (2016). Use of videos to support teaching and learning of clinical skills in nursing education: A review. Nurse education today, 42, 53-56.

Massey, D., Byrne, J., Higgins, N., Weeks, B., Shuker, M. A., Coyne, E., ... & Johnston, A. N. B. (2017). Enhancing OSCE preparedness with video exemplars in undergraduate nursing students. A mixed method study. Nurse education today, 54, 56-61.

McCutcheon, K., Lohan, M., Traynor, M., & Martin, D. (2014). A systematic review evaluating the impact of online or blended learning vs. face-to-face learning of clinical skills in undergraduate nurse education. Journal of Advanced Nursing, 71(2), 255–270. doi:10.1111/jan.12509

Van Merriënboer, J. J., & Kirschner, P. A. (2017). Ten steps to complex learning: A systematic approach to four-component instructional design. NY: Routledge.





Reacties