Is de leerstrategie 'interleaving' effectief over concepten en verschillende domeinen heen?

 Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.

Interleaving wordt geregeld vernoemd in het rijtje van effectieve leerstrategieën (die vaak niet door studenten gebezigd worden) zoals retrieval practice, spaced practice en dual coding. Misschien voelt interleaving nog meer contra-intuïtief aan dan pakweg het spreiden van leermomenten (al is interleaving daar toch een soort familielid van).

Van interleaving wordt al eens gezegd dat het een zinvolle strategie is om toe te passen met content of concepten die met elkaar verwant zijn. In plaats van tien sommen, tien vermenigvuldigingen, tien delingen ... te maken, wissel af, zodat je als het ware niet op automatische piloot aan het werken bent, maar telkens opnieuw moet nadenken. Doet meer pijn, maar heeft een beter effect op het (langetermijn) leren.

Yan en Sana (2020) onderzochten of het positief effect van interleaving ook opging in die situaties waarin studenten afwisselden tussen concepten/domeinen die niet zoals in het voorbeeld van sommen, delingen, ... met elkaar gerelateerd waren. Ze beschreven hun bevindingen in het artikel "Does the interleaving effect extend to unrelated concepts? Learners' beliefs versus empirical evidence" (€).

Er zijn de auteurs geen andere onderzoeken bekend waarbij nagegaan wordt wat het effect van interleaving is indien er afgewisseld wordt tussen niet gerelateerde conceptuele kennis. Er bestaan studies waarbij de periode tussen het leren van verwante concepten, opgevuld werden met 'onderwerpen' die eigenlijk niet door de studenten dienden geleerd te worden. Dit soort van interleaving had geen positief effect op het leren.
Hausman and Kornell (2014) onderzochten wel het afwisselen van content op het niveau van feitenkennis (taal vs anatomie) en vonden hierbij geen effect van interleaving.

Wat prefereren studenten?

In de eerste twee delen van het onderzoek gingen Yan en Sana (2020) na hoe studenten hun schema voor studie zouden vormgeven op (1) één niveau, namelijk binnen een domein tussen verschillende concepten en tussen verschillende domeinen en (2), op twee niveau's, namelijk verschillende concepten over verschillende domeinen heen.

(1) binnen een bepaald domein (gaan ze dan verschillende concepten blocken of interleaving toepassen)? Tevens hoe ze zouden plannen te werk te gaan over verschillende domeinen heen? Indien ze in dit tweede geval een afwisselende planning zouden maken, zou dit getuigen van de notie van het belang van het spreiden van het leren.
Tevens relateerden ze deze uitkomsten aan bijvoorbeeld opvattingen over de 'kneedbaarheid' van capaciteiten (fixed of growth mindset), 'goede' versus 'minder goede' studenten (op basis van hun GPA oftewel Grade Point Average).

De mate waarin interleaving werd toegepast binnen een module met gerelateerde concepten, was lager dan tussen modules die niet gerelateerd waren. Daar werd interleaving door ongeveer 70% van de studenten opgenomen in hun schema, binnen een domein met gerelateerde concepten slechts door 43% van de studenten (er was nog een tweede deel waarbij studenten niet zelf een schema moesten maken maar konden kiezen uit voorgelgde schema's, de resultaten waren vergelijkbaar met nog minder interleaving binnen één module met gerelateerde concepten).
Er werden nauwelijks significante correlaties gevonden tussen mindset/GPA en de keuze voor een bepaald schema. Indien een significante samenhang gevonden werd, was dit binnen de optie 'gerelateerde concepten' en daar bleek dat studenten met een hogere GPA net minder geneigd waren interleaving toe te passen. Dit terwijl er onderzoek bestaat waarbij studenten met hogere GPA's net wel meer retrieval en spaced practice toepassen dan studenten met lagere GPA's.

(2) Studenten kregen nu de hypothetische opdracht om drie concepten van één vak en drie concepten van een ander vak, in een schema van studie te gieten een week voorafgaande aan een examen. Een beetje in tegenstelling tot in experiment 1, gingen studenten nu wel interleaving toepassen zowel op het vlak van concepten als domeinen. De auteurs voegen er wel aan toe dat de studenten in dit experiment reeds een cursus over effectieve leerstrategieën gevolgd hadden en dus notie hadden van interleaving en spacing.

Concluderend, hoewel er veel evidentie bestaat voor het nut van interleaving binnen een domein met gerelateerde concepten, waren studenten daar minder happig om interleaving toe te passen, dan in het geval van niet gerelateerde concepten over domeinen heen, waarvoor net minder evidentie bestaat.

Wanneer werkt interleaving?

De onderzoekers gingen vervolgens na welke vorm van interleaving gunstig was voor het leren. Hiervoor maakten ze vier condities:

- domein en concepten 'blocked' studeren;
- domeinen gespreid, maar binnen een domein de concepten 'blocked';
- voor zowel concepten als domeinen interleaving toepassen;
- interleaving toepassen binnen een domein, maar de domeinen als geheel 'blocked' afwerken.

Vervolgens legden de deelnemers uit de vier condities een eindtoets af.

De onderzoekers concludeerden dat het het meest aangewezen is interleaving toe te passen op één niveau, vergeleken met het volledig blokken van concepten en domeinen. Dus of interleaving toepassen op het niveau van een domein, of binnen het domein op het niveau van concepten.

Daaruit voortvloeiend, interleaving toepassen op één niveau (ongeacht of het concepten of domeinen betrof) leverde een significant hogere score op dan interleaving toepassen op twee niveaus (domein en concepten).

Er was geen significant verschil tussen score op eindtoets tussen de conditie die interleaving toepaste op domeinniveau of conceptniveau.

Concluderend: de keuze die studenten in experiment 2 maakten om zowel op het vlak van concepten als domein interleaving te gaan toepassen, strookt niet met de bevindingen over de effectiviteit van deze keuze.
Een mogelijke verklaring kan zijn dat de combinatie tussen een verlengde lag (periode tussen studiemomenten van hetzelfde concept) en de cognitieve belasting van het switchen tussen domeinen, te veel 'van het goede' is: het kost te veel moeite om voorgaande kennis/voorbeelden terug op te halen.
Maar, een bedenking die de auteurs zich ook maken: het betrof hier een onderzoek over een erg korte periode (eigenlijk één studiemoment, het onderzoek vond niet over verschillende dagen plaats) waarbij de eindtoets slechts tien minuten na het leren werd afgenomen.
Wat als er zowel interleaving wordt toegepast over een langere periode van studie? En als er ook gekeken wordt naar het onthouden op langere termijn? Wat als de toets een week later opnieuw wordt afgenomen?
De onderzoekers stellen zelf deze vragen, maar concluderen terecht dat interleaving een complexe aangelegenheid is.

Bronnen

Yan, V. X., & Sana, F. (2020). Does the interleaving effect extend to unrelated concepts? Learners’ beliefs versus empirical evidence. Journal of Educational Psychology. doi:10.1037/edu0000470

Reacties