Over het mogelijke positieve effect van 'nieuwigheden' op motivatie in de klas

Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.   

In "An Argument for Implementing and Testing Novelty in the Classroom" bespreken Stoa en Chu (2020) het effect van het inzetten van nieuwigheden (novelty) op de motivatie van studenten in de klas. Novelty zou zo als een vierde component kunnen toegevoegd worden aan de 'zelfdeterminatietheorie' (Deci & Ryan, 2012). Onder novelty kan verstaan worden een afwisseling in instructiemethode, maar ook het inzetten van technologie, zoals Kahoot!, Flipgrid of zelfs Snapchat.

De zelfdeterminatietheorie en novelty

De auteurs stellen dat voor het gros van de lesgevers de ideale student een intrinsiek gemotiveerde student is. Deze studenten zijn gemotiveerd om te studeren omdat ze er 'genot in scheppen'.

De principes van de zelfdeterminatietheorie (ZDT) zijn in het onderwijs vrij goed bekend als het gaat om het motiveren van lerenden. Deze drie principes zijn:

(1) autonomie, controle, zeggenschap over het eigen leerproces;
(2) een gevoel van competentie, het ervaren van iets te kunnen, onder de knie te krijgen;
(3) ervaren van verbondenheid met anderen in het leerproces.

Novelty, of de subjectieve ervaring van 'iets nieuws' zou volgens de auteurs eveneens een toegevoegde waarde kunnen hebben in het motiveren van studenten. Subjectief ervaren, want het kan bijvoorbeeld gaan om studenten te vragen een presentatie te maken (op zich niet nieuw) maar deze keer niet met PowerPoint, maar pakweg Prezi of een andere minder gekende tool.
Deze bij de studenten ervaren novelty, zou er toe leiden dat studenten informatie diepgaander verwerken (von Restorff effect).
De auteurs stellen dat om dit effect te bekomen er geen spectaculaire aanpassingen dienen te gebeuren aan de instructie van leraren. Ze verwijzen bijvoorbeeld naar scaffolding als aanpak. Lerenden ervaren met een afnemende mate van ondersteuning dan een toenemende mate van competentie, maar ze ervaren eveneens nieuwe mogelijkheden die voorheen buiten hun bereik lagen.
Onderzoek van onder andere González-Cutre et al. (2016) zou hebben aangetoond dat novelty een aparte bepalende factor is voor motivatie, los van autonomie, competentie en verbondenheid.

Hoe novelty binnenbrengen in de klas

De auteurs verwijzen onder andere naar het personaliseren van de onderwijservaring. Dit kan vrij groots opgevat worden, als een soort onderwijs op maat in plaats van een one-size-fits-all aanpak. Deze 'aanpak' op zich, gaat volgens de auteurs voor veel studenten al als een nieuwigheid ervaren worden. Omdat een gepersonaliseerde instructie aansluit bij wat de student al dan niet kan, aansluit op diens persoonlijke interesses en kansen biedt op het vlak van autonomie kan deze aanpak de motivatie van lerenden vergroten. Maar het personaliseren van de instructie kan volgens de auteurs ook zo eenvoudig zijn als het binnenbrengen van actualiteit in de les, zoals de huidige covid-19 pandemie (er bestaat ook wel wat kritiek op gepersonaliseerd instructie. Deze kritiek is nogal afhankelijk (zoals vaak) van hoe de definitie van gepersonaliseerd leren luidt. Bijvoorbeeld een kind gekluisterd aan een scherm waarbij de computer de voortgang bepaalt en op maat activiteiten aanbiedt, eigen toevoeging).

Het binnenbrengen van technologie kan ook een gevoel van novelty opwekken, al maakt het gebruik ervan instructie niet noodzakelijk beter. De auteurs wijzen er eveneens op dat nieuwe tools initieel tot een toegenomen motivatie kunnen leiden, maar op een bepaald ogenblik kan het 'alweer' inzetten ervan er toe leiden dat studenten gaan afhaken (persoonlijk denk ik hierbij aan een Kahoot!-moeheid die op een zeker moment ontstond bij lerenden, eigen toevoeging).
De kunst bestaat er volgens de auteurs in om novelty te combineren met de drie bekende onderdelen van de ZDT. Dezelfde tool/technologie inzetten in nieuwe situaties/op een andere wijze, waarbij studenten nieuwe te leren materialen bijvoorbeeld linken aan bestaande voorkennis. De instrumenten zijn dan op zich niet nieuw, maar de context maakt het geheel tot een novelty.

Technologie kan volgens de auteurs dus niet alleen ervaren novelty opwekken maar ook:
- autonomie: de studenten kunnen op hun eigen tempo doorheen een leerlijn gaan en men kan hen ook keuzes geven in de te hanteren leermiddelen;
- in tools kan een geautomatiseerde vorm van directe feedback verwerkt worden, die een bijdrage kan leveren aan het gevoel van competentie;
- in communicatie treden met lesgevers en peers via digitale weg, wordt door studenten vaak als laagdrempeliger ervaren en kan zo bijdragen aan een gevoel van verbondenheid.

De auteurs stellen dat technologie een bijdrage kan leveren aan het behalen van de leerdoelen, maar men mag er niet volledig op leunen om intrinsieke motivatie te induceren bij lerenden.

Nadelen van novelty

Naast het reeds vermelde gegeven dat het veelvuldig inzetten van dezelfde (technologische) novelty kan leiden tot een vorm van 'verveling', is het in een klascontext ook geregeld wenselijk dat studenten op een bepaalde structuur en herkenbaarheid kunnen terugvallen. Het overmatig prikkelen met nieuwigheden kan dan eerder een nadelig effect hebben.
De onderzoekers vermelden nogmaals het belang van het gelijktijdig inzetten van novelty met de drie andere principes van de ZDT. Bijvoorbeeld, het gebruik maken van low-stakes testen met feedback (die niet bedreigend is omdat er geen 'hoge scores' verbonden zijn aan de test) om het gevoel van  competenie te bevorderen. Tot slot geven ze nog aan dat novelty induceren middels technologie, ook een prijskaartje kan hebben.

Conclusie

De auteurs wijzen er op dat de samenhang tussen novelty en intrinsieke motivatie op dit ogenblik eerder correlationeel van aard is en wijzen op de noodzaak van verder experimenteel onderzoek, liefst in de klaspraktijk. resultaten van dergelijk onderzoek kunnen er dan eventueel toe leiden dat novelty een vierde component zou kunnen worden van de ZDT.
Volgens de auteurs is er zeker ook onderzoek nodig specifiek gericht op door technologie geïnduceerde nieuwigheden: wat zijn daarvan op zowel korte als langere termijn de effecten op leren en motivatie?

Eigen besluit

Na het lezen van het artikel blijf ik nog met wat vragen zitten (wat de auteurs zelf ook aangeven). Het lijkt me een uitdaging om een goed evenwicht te bewaren tussen enerzijds novelty induceren om motivatie bij studenten te vergroten en anderzijds een duidelijke structuur te bewaken als houvast voor lerenden tijdens het lesgebeuren.
Daarnaast, zelf heb ik ook al ervaren dat bijvoorbeeld een Quizlet Live voor heel wat animo zorgt, studenten onderling laat overleggen, een moment van retrieval practice is ... iedereen enthousiast. Maar wat betekent dat voor de ontwikkeling van intrinsieke motivatie, zeker op lange termijn? Technologische novelty heeft op dat ogenblik zeker wel een motiverend en activerend effect. Maar hoe fundamenteel intrinsieke motivatie versterkt wordt door (technologische) nieuwigheden, indien dit doelbewust verankerd wordt in de instructie, is dus nog een (boeiend) onderwerp voor verder onderzoek.

Referenties

Stoa, R., & Chu, T. L. (Alan). (2020). An argument for implementing and testing novelty in the classroom. Scholarship of Teaching and Learning in Psychology. https://doi-org.ezproxy.elib11.ub.unimaas.nl/10.1037/stl0000223

Reacties