Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.
Vaughn en Kornell beschrijven in het artikel (vrij toegankelijk) "How to activate students' natural desire to test themselves" hoe ze onderzochten of de 'goesting' bij studenten om zichzelf te testen kon aangewakkerd worden.
Dat het testen van zichzelf een positief effect heeft op het opslaan van informatie in het langetermijngeheugen van studenten werd veelvuldig aangetoond. Het blijft een uitdaging voor lesgevers hoe studenten aan te zetten tot het toepassen van deze efficiënte leerstrategie in plaats van minder gerichte studiemanieren zoals herlezen.
Ik kwam dit artikel op het spoor via de immer interessante blogposts van The Learning Scientists.
Vanaf hier volg ik de tekst van het artikel zelf, tenzij expliciet anders vermeld.
Zonder hint zag de oefening er als volgt uit:
idea : ....
Met hint:
idea : s.......r
Vaughn en Kornell stellen dat er inderdaad een veelheid aan onderzoek aantoont dat retrieval practice (het actief ophalen van informatie uit het geheugen) loont, maar er dient dan ook werkelijk iets opgehaald te worden. Indien vragen te moeilijk zijn en het antwoord kan niet gevonden worden, verdwijnt het positieve effect van zichzelf testen (en haken studenten af om deze leerstrategie te gaan toepassen).
Vragen kunnen interessant zijn door de inhoud waarover ze gaan, maar ook doordat je net de voldoening hebt van het vinden van het antwoord. Studenten gaan dan testen niet alleen waarderen omdat ze dan een idee hebben over hoe goed ze de leerstof beheersen, maar ook omdat het 'plezant' is.
Vinden studenten testen fijn?
De hypothese luidt dat studenten mogelijks niet (of minder vaak) aan een test beginnen omdat ze denken toch (nog) geen antwoorden te vinden en dus te 'falen'. Ze zouden dan eerder teruggrijpen naar herstuderen als methode. Maar als studenten het gevoel hebben dat ze het antwoord mogelijk juist gaan hebben, dan zouden ze wel zichzelf gaan testen.
Vaughn en Kornell halen nog een aantal voorbeelden uit de literatuur en anekdotische voorbeelden (zoals een citaat over Quizlet, een app waarbij studenten zichzelf op allerlei manieren kunnen testen, mijn handleiding over Quizlet vind je hier) aan ter ondersteuning van het feit dat studenten wel degelijk 'de wens' hebben zichzelf te testen.
Experiment 2 was identiek, alleen waren er geen hints voorzien in de zelftesten (met dus een kleinere kans op juist antwoord).
Experimenten 3 en 4 waren er dan weer op gericht of er door het toevoegen van hints nog wel sprake zou zij van een testing-effect. Misschien treedt dat alleen op bij retrieval practice zonder hints.
De participanten bestudeerden woordparen, waarna ze dus konden kiezen tussen opnieuw bestuderen en zichzelf testen met (door letters cadeau te doen zoals beschreven in de inleiding) of zonder hints.
De deelnemers kozen voornamelijk voor woordparen bij het zelftesten waarbij er vier van de zes letters als hint gegeven werden, voorbeeld wolf : kn..ht (woorden waren inhoudelijk niet met elkaar verbonden). Bijna nooit kozen deelnemers voor een woordpaar zonder enie hint. In de survey die afgenomen werd gaven de participanten ook aan de optie met hints het 'leukst' te vinden.
Als pure herstudie (de twee volledige woordparen opnieuw zien) vergeleken werd met pure retrieval (geen hints) koos 29% voor herstudie en slechts 2% voor retrieval ...
Experiment 2 bood de deelnemers slechts twee opties aan: herstudie of pure retrieval. Ongeveer 80% van de deelnemers koos dan voor herstudie, ze gaven eveneens aan dat ze van mening waren dat herstudie de betere studiestrategie was. Maar, het verschil tussen welke van de twee strategieën men het meest aangenaam vond was erg klein.
In experiment 1 en 2 werd er niet gekeken naar het testing effect, omdat de onderzoekers van mening waren dat er verschillende confounders (beïnvloedende factoren die niet onder controle zijn en het resultaat mee konden bepalen; eigen toevoeging) een invloed konden hebben.
In experiment 3 en 4 werd dat net wel nagegaan: is er nog wel sprake van een testing effect indien er hints worden gegeven?
In experiment 3 konden studenten in de herstudiefase niet kiezen op welke wijze ze de woordparen opnieuw bestudeerden, ze werden at random toegewezen aan herstudie, een vorm van pure retrieval of retrieval met hints. De retrieval condities scoorden significant beter op een eindtoets die in dit experiment wél werd afgenomen (twee minuten na de herstudiefase, dus een vrij korte retentie-interval; eigen toevoeging). Daarnaast was er géén significant verschil in het resultaat op de eindtoets als de verschillende retrieval condities met elkaar vergeleken werden. Dus, indien retrieval mét hints werd toegepast, scoorden deze studenten niet slechter dan indien het een 'pure' retrieval betrof zonder hints.
Experiment 4 was identiek aan experiment 3, met dit verschil dat de woorden in een woordpaar nu wel geassocieerd waren met elkaar. Voorbeeld whip:punish. De resultaten waren hetzelfde als in experiment 3, met dit verschil dat er nu wel een significant verschil was in de resultaten op de eindtoets tussen de conditie die twee letters kreeg als hint en de conditie die vier letters kreeg als hint. De auteurs vermoeden dat de woordparen tijdens herstudie omwille van de milde associatie tussen de woorden 'raadbaar' waren, waardoor er eigenlijk tijdens de herstudie voor de groep die vier letters als hints kreeg, eigenlijk geen 'episodische retrieval' optrad. Daardoor, minder testing effect.
Algemene discussie
De auteurs spreken over een desirable easiness als manier om studenten aan te zetten retrieval te kiezen boven opnieuw studeren van leerstof. Hun doel was niet om dit als een betere methode aan te tonen dan retrieval zonder hints, maar wel als wijze om studenten aan te zetten tot het zichzelf testen (wat bij een pure vorm van retrieval vergeleken met herstudie niet het geval bleek).
Vaughn en Kornell wijzen er op dat hints ook niet 'te makkelijk' mogen zijn, want dan is er geen effect van retrieval practice. Bijvoorbeeld, hints inzetten als een soort tussenstap, wanneer studenten nog maar aan het begin staan van het verwerken van bepaalde materie.
De onderzoekers wijden dan ook nog een stuk aan het verschil tussen het motiveren van studenten door testen 'aangenamer' te maken en de tactiek waarbij studenten aangeraden worden tot het afnemen van zelftesten door hen uitleg en inzicht te geven in het voordeel van deze studiestrategie. Vaughn en Kormell vinden dat ook een belangrijk pad, maar nemen aan dat het geven van info alleen niet noodzakelijk aanzet tot een gedragsverandering (op langere termijn).
Volgens de auteurs is het niet dat studenten het principe van 'testen' uit de weg gaan en daarom opteren voor herstuderen, maar wel dat studenten 'mogelijk falen op testen' uit de weg gaan. Het geven van hints kan zorgen dat ze wél gebruik gaan maken van retrieval practice en het testing effect houdt ook dan stand.
Eigen Conclusie
De auteurs halen zelf al even het desirable difficulty framework aan en de retrieval effort hypothese aan, die er beide van uitgaan dan het testing effect versterkt wordt indien er 'net voldoende moeite' moet gedaan om de geleerde info terug op te halen. Indien de eindtoets langer dan twee minuten na de herstudiefase zou afgenomen worden, zou er misschien wel een verschil kunnen in het resultaat op de eindtoets indien de retrieval met hints vergeleken zou worden met de pure retrieval conditie.
De auteurs halen dit kort aan en vermelden dat volgens hen dit hier niet geldt: langere retentie-intervallen zouden alleen zinvol zijn als er geen feedback gegeven wordt tijdens hun testen. Wat bij hen wél het geval is, waardoor ze ook vermoeden dat hun hypothese standhoudt indien de retentie-interval langer dan 2 minuten zou bedragen. Verder onderzoek is de enige manier om dit te bevestigen (zeggen ze zelf ook).
In ieder geval is het zo dat initial retrieval success ook in ander onderzoek als een belangrijke parameter wordt vermeld voor het bekomen van een goed resultaat op een eindtoets op langere termijn. Er zal dus wel ergens een evenwicht dienen gezocht te worden tussen desirable difficulty en initial retrieval success (Karpicke, 2017; Pyc & Rawson, 2009)
Bronnen
Karpicke, J. D. (2017). Retrieval-based learning: A decade of progress. In J. Wixted (Ed.),
Cognitive psychology of memory, Vol. 2 of Learning and memory: A comprehensive reference (J. H. Byrne, Series Ed.). doi:10.1016/B978-0-12-809324-5.21055-9
Pyc, M. A., & Rawson, K. A. (2009). Testing the retrieval effort hypothesis: Does greater
difficulty correctly recalling information lead to higher levels of memory? Journal of Memory and Language, 60(4), 437-447. doi:10.1016/j.jml.2009.01.004
Vaughn, K.E., Kornell, N. (2019). How to activate students’ natural desire to test themselves. Cogn. Research 4(35), doi:10.1186/s41235-019-0187-y
Vaughn en Kornell beschrijven in het artikel (vrij toegankelijk) "How to activate students' natural desire to test themselves" hoe ze onderzochten of de 'goesting' bij studenten om zichzelf te testen kon aangewakkerd worden.
Dat het testen van zichzelf een positief effect heeft op het opslaan van informatie in het langetermijngeheugen van studenten werd veelvuldig aangetoond. Het blijft een uitdaging voor lesgevers hoe studenten aan te zetten tot het toepassen van deze efficiënte leerstrategie in plaats van minder gerichte studiemanieren zoals herlezen.
Ik kwam dit artikel op het spoor via de immer interessante blogposts van The Learning Scientists.
Vanaf hier volg ik de tekst van het artikel zelf, tenzij expliciet anders vermeld.
Inleiding
Kort samengevat onderzochten de auteurs of studenten meer geneigd waren zichzelf te testen door hints toe te voegen aan te bestuderen woordparen. Ze maakten daarom letters zichtbaar van het gekoppelde woord.Zonder hint zag de oefening er als volgt uit:
idea : ....
Met hint:
idea : s.......r
Vaughn en Kornell stellen dat er inderdaad een veelheid aan onderzoek aantoont dat retrieval practice (het actief ophalen van informatie uit het geheugen) loont, maar er dient dan ook werkelijk iets opgehaald te worden. Indien vragen te moeilijk zijn en het antwoord kan niet gevonden worden, verdwijnt het positieve effect van zichzelf testen (en haken studenten af om deze leerstrategie te gaan toepassen).
Vragen kunnen interessant zijn door de inhoud waarover ze gaan, maar ook doordat je net de voldoening hebt van het vinden van het antwoord. Studenten gaan dan testen niet alleen waarderen omdat ze dan een idee hebben over hoe goed ze de leerstof beheersen, maar ook omdat het 'plezant' is.
Vinden studenten testen fijn?
De hypothese luidt dat studenten mogelijks niet (of minder vaak) aan een test beginnen omdat ze denken toch (nog) geen antwoorden te vinden en dus te 'falen'. Ze zouden dan eerder teruggrijpen naar herstuderen als methode. Maar als studenten het gevoel hebben dat ze het antwoord mogelijk juist gaan hebben, dan zouden ze wel zichzelf gaan testen.
Vaughn en Kornell halen nog een aantal voorbeelden uit de literatuur en anekdotische voorbeelden (zoals een citaat over Quizlet, een app waarbij studenten zichzelf op allerlei manieren kunnen testen, mijn handleiding over Quizlet vind je hier) aan ter ondersteuning van het feit dat studenten wel degelijk 'de wens' hebben zichzelf te testen.
De experimenten
In experiment 1 werd nagegaan of studenten zichzelf zouden testen indien ze konden kiezen tussen herstudie of een test met hints (dus met een verhoogde kans op juist antwoord).Experiment 2 was identiek, alleen waren er geen hints voorzien in de zelftesten (met dus een kleinere kans op juist antwoord).
Experimenten 3 en 4 waren er dan weer op gericht of er door het toevoegen van hints nog wel sprake zou zij van een testing-effect. Misschien treedt dat alleen op bij retrieval practice zonder hints.
De participanten bestudeerden woordparen, waarna ze dus konden kiezen tussen opnieuw bestuderen en zichzelf testen met (door letters cadeau te doen zoals beschreven in de inleiding) of zonder hints.
De deelnemers kozen voornamelijk voor woordparen bij het zelftesten waarbij er vier van de zes letters als hint gegeven werden, voorbeeld wolf : kn..ht (woorden waren inhoudelijk niet met elkaar verbonden). Bijna nooit kozen deelnemers voor een woordpaar zonder enie hint. In de survey die afgenomen werd gaven de participanten ook aan de optie met hints het 'leukst' te vinden.
Als pure herstudie (de twee volledige woordparen opnieuw zien) vergeleken werd met pure retrieval (geen hints) koos 29% voor herstudie en slechts 2% voor retrieval ...
Experiment 2 bood de deelnemers slechts twee opties aan: herstudie of pure retrieval. Ongeveer 80% van de deelnemers koos dan voor herstudie, ze gaven eveneens aan dat ze van mening waren dat herstudie de betere studiestrategie was. Maar, het verschil tussen welke van de twee strategieën men het meest aangenaam vond was erg klein.
In experiment 1 en 2 werd er niet gekeken naar het testing effect, omdat de onderzoekers van mening waren dat er verschillende confounders (beïnvloedende factoren die niet onder controle zijn en het resultaat mee konden bepalen; eigen toevoeging) een invloed konden hebben.
In experiment 3 en 4 werd dat net wel nagegaan: is er nog wel sprake van een testing effect indien er hints worden gegeven?
In experiment 3 konden studenten in de herstudiefase niet kiezen op welke wijze ze de woordparen opnieuw bestudeerden, ze werden at random toegewezen aan herstudie, een vorm van pure retrieval of retrieval met hints. De retrieval condities scoorden significant beter op een eindtoets die in dit experiment wél werd afgenomen (twee minuten na de herstudiefase, dus een vrij korte retentie-interval; eigen toevoeging). Daarnaast was er géén significant verschil in het resultaat op de eindtoets als de verschillende retrieval condities met elkaar vergeleken werden. Dus, indien retrieval mét hints werd toegepast, scoorden deze studenten niet slechter dan indien het een 'pure' retrieval betrof zonder hints.
Experiment 4 was identiek aan experiment 3, met dit verschil dat de woorden in een woordpaar nu wel geassocieerd waren met elkaar. Voorbeeld whip:punish. De resultaten waren hetzelfde als in experiment 3, met dit verschil dat er nu wel een significant verschil was in de resultaten op de eindtoets tussen de conditie die twee letters kreeg als hint en de conditie die vier letters kreeg als hint. De auteurs vermoeden dat de woordparen tijdens herstudie omwille van de milde associatie tussen de woorden 'raadbaar' waren, waardoor er eigenlijk tijdens de herstudie voor de groep die vier letters als hints kreeg, eigenlijk geen 'episodische retrieval' optrad. Daardoor, minder testing effect.
Algemene discussie
De auteurs spreken over een desirable easiness als manier om studenten aan te zetten retrieval te kiezen boven opnieuw studeren van leerstof. Hun doel was niet om dit als een betere methode aan te tonen dan retrieval zonder hints, maar wel als wijze om studenten aan te zetten tot het zichzelf testen (wat bij een pure vorm van retrieval vergeleken met herstudie niet het geval bleek).
Vaughn en Kornell wijzen er op dat hints ook niet 'te makkelijk' mogen zijn, want dan is er geen effect van retrieval practice. Bijvoorbeeld, hints inzetten als een soort tussenstap, wanneer studenten nog maar aan het begin staan van het verwerken van bepaalde materie.
De onderzoekers wijden dan ook nog een stuk aan het verschil tussen het motiveren van studenten door testen 'aangenamer' te maken en de tactiek waarbij studenten aangeraden worden tot het afnemen van zelftesten door hen uitleg en inzicht te geven in het voordeel van deze studiestrategie. Vaughn en Kormell vinden dat ook een belangrijk pad, maar nemen aan dat het geven van info alleen niet noodzakelijk aanzet tot een gedragsverandering (op langere termijn).
Volgens de auteurs is het niet dat studenten het principe van 'testen' uit de weg gaan en daarom opteren voor herstuderen, maar wel dat studenten 'mogelijk falen op testen' uit de weg gaan. Het geven van hints kan zorgen dat ze wél gebruik gaan maken van retrieval practice en het testing effect houdt ook dan stand.
Eigen Conclusie
De auteurs halen zelf al even het desirable difficulty framework aan en de retrieval effort hypothese aan, die er beide van uitgaan dan het testing effect versterkt wordt indien er 'net voldoende moeite' moet gedaan om de geleerde info terug op te halen. Indien de eindtoets langer dan twee minuten na de herstudiefase zou afgenomen worden, zou er misschien wel een verschil kunnen in het resultaat op de eindtoets indien de retrieval met hints vergeleken zou worden met de pure retrieval conditie.
De auteurs halen dit kort aan en vermelden dat volgens hen dit hier niet geldt: langere retentie-intervallen zouden alleen zinvol zijn als er geen feedback gegeven wordt tijdens hun testen. Wat bij hen wél het geval is, waardoor ze ook vermoeden dat hun hypothese standhoudt indien de retentie-interval langer dan 2 minuten zou bedragen. Verder onderzoek is de enige manier om dit te bevestigen (zeggen ze zelf ook).
In ieder geval is het zo dat initial retrieval success ook in ander onderzoek als een belangrijke parameter wordt vermeld voor het bekomen van een goed resultaat op een eindtoets op langere termijn. Er zal dus wel ergens een evenwicht dienen gezocht te worden tussen desirable difficulty en initial retrieval success (Karpicke, 2017; Pyc & Rawson, 2009)
Bronnen
Karpicke, J. D. (2017). Retrieval-based learning: A decade of progress. In J. Wixted (Ed.),
Cognitive psychology of memory, Vol. 2 of Learning and memory: A comprehensive reference (J. H. Byrne, Series Ed.). doi:10.1016/B978-0-12-809324-5.21055-9
Pyc, M. A., & Rawson, K. A. (2009). Testing the retrieval effort hypothesis: Does greater
difficulty correctly recalling information lead to higher levels of memory? Journal of Memory and Language, 60(4), 437-447. doi:10.1016/j.jml.2009.01.004
Vaughn, K.E., Kornell, N. (2019). How to activate students’ natural desire to test themselves. Cogn. Research 4(35), doi:10.1186/s41235-019-0187-y
Reacties
Een reactie posten