Vergeten als partner van leren: implicaties voor instructie en zelfregulerend leren

Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.

In de mini-review "Forgetting as the friend of learning: implications for teaching and self-
regulated learning" van Bjork en Bjork (2019) worden een aantal omstandigheden beschreven waaronder 'vergeten' bevorderd wordt, maar daardoor ook net het 'leren'.

Met 'vergeten' wordt bedoeld, dat het lastiger is om de informatie terug op te halen. Dat dit 'vergeten' het leren bevordert, houdt in dat het beter 'geleerd' wordt als het opnieuw wordt bestudeerd ('vergeten' staat dus niet gelijk aan het volledig weg zijn van informatie, maar de informatie zit als het ware dieper verscholen en is dus moeilijker op te halen. Net dit moeilijker ophalen, bevordert het leren. De informatie wordt daardoor beter verankerd in het langetermijngeheugen. Men maakt hierbij wel eens het onderscheid tussen retrieval strength (ophaalvermogen) en storage strength (opslagsterkte). Het eerste staat voor het gemak waarmee informatie opgehaald wordt. Het tweede voor de sterkte waarmee het geheugenspoor opgeslagen werd. Je zou kunnen zeggen, het ene leidt tot een betere 'prestatie' op korte termijn, het ander tot beter 'leren' en dus op lange termijn. Praktische implicaties hiervan kunnen zijn, (1) zorg dat vragen bij een low stakes test voldoende moeilijk zijn, (2) neem zo'n test af enkele dagen na een les of bij het begin van een volgende les, en niet aan het einde van de les waarover de vragen gaan. De antwoorden gaan dan te weinig moeite kosten om opgehaald te worden (hoge retrieval strength) maar weinig bijdragen aan opslag in het langetermijngeheugen (lage storage strength). Plus, je krijgt als student en leraar wellicht een verkeerde beeld 'dat ze het heel goed kennen', eigen toevoeging onder andere op basis van Didau en Rose, 2016)

Het verschil tussen leren en vergeten is niet eenvoudigweg dat het ene bestaat uit opbouwen van kennis en het andere simpelweg slaat op het weer verdwijnen ervan. De relatie tussen beide is complexer. Zo kan het bevorderen van vergeten, net ervoor zorgen dat het leren eveneens bevorderd wordt.
In het artikel worden een aantal manipulaties beschreven die het vergeten en dus ook het leren bevorderen (dwz bij opnieuw bestuderen van leerstof of bij opnieuw uitvoeren van vaardigheden), waarom dit zo is en wat het betekent voor de leraar.

Invloed van omgeving bij studeren en herstuderen

Als iets geleerd wordt in een bepaalde context en vervolgens in dezelfde context opnieuw bestudeerd wordt, zal dit het opnieuw ophalen van de leerstof vergemakkelijken (het encoding specificity principle, eigen toevoeging). Als er echter voor gezorgd wordt dat deze contexten variëren, zal dit het weer ophalen bemoeilijken (vergeten werd bevorderd) maar het leren bevorderen.
Dit gaat in tegen het advies dat vaak aan studenten wordt gegeven, om zichzelf een ideale plek te zoeken en daar het merendeel van hun studie af te werken. Dit kan een goed advies zijn als dit de student er toe aanzet aan de slag te gaan, maar niet als het doel is het bevorderen van latere recall.

De lengte van de interval tussen studiemomenten

Het spacing effect stelt dat als je een langere periode laat tussen twee studiemomenten, dit het leren en onthouden op langere termijn zal bevorderen (als je drie uur studeert voor bepaalde leerstof op één ogenblik, zal dit minder positief effect hebben op het langetermijnonthouden dan wanneer je gespreid telkens een uur die leerstof bestudeert, eigen toevoeging). Ook dit voelt bij studenten vaak 'niet goed' aan. Te meer omdat het effect van spacing eerder op lange termijn merkbaar is en als je vier uur massed studeert de dag voor een test, dit ook veelal leidt tot een betere prestatie op die test. Maar dus niet tot 'leren'.

Interleaving

Het positieve effect van interleaving vergeleken met blocking, werd eerst aangetoond in het aanleren van motorische vaardigheden, zoals verschillende opslagtechnieken. Als deze blocked aangeleerd werden (dus telkens dezelfde techniek, dan weer telkens de andere techniek ...) leidde dit tot betere prestaties binnen een sessie. Maar het interleaved inoefenen (techniek a, techniek b, techniek c, techniek a, techniek b ...) leidde tot betere resultaten in de techniek op langere termijn.
In later onderzoek werd dit eveneens aangetoond als het ging over 'leerstof', zoals bijvoorbeeld in het oplossen van wiskundige problemen. Indien het maken van oefeningen hier afwisselend gebeurt, zal dit leiden tot betere prestaties op langere termijn.
Ook dit voelt vaak contra-intuïtief aan bij lerenden en lesgevers. Lesgevers kunnen de mening toegedaan zijn dat deze interleaving studenten in verwarring zal brengen. Ook veel leerboeken zijn blocked opgebouwd: een stuk leerstof, gevolgd door oefeningen over die bepaalde leerstof.

Waarom bevordert vergeten het leren?

Context variability zal dus niet leiden tot betere herinnering op korte termijn, maar net doordat er in verschillende contexten, waarbij verschillende omgevingsfactoren gekoppeld worden aan het geleerde, zal dit er toe leiden (zeker op lange termijn) dat de informatie beter ophaalbaar is in verschillende omgevingen. Dus er zal een betere transfer mogelijk zijn door te variëren in omgevingsfactoren tijdens het leren (er worden bij het geleerde meer cues opgeslagen, wat er toe zal leiden dat er meer ingangspoorten zijn die het mogelijk maken de info op te halen in verschillende omstandigheden, eigen toevoeging).

Retrieval. Als het weer ophalen van informatie moeilijker is, meer moeite kost, zal deze retrieval er net vervolgens toe leiden dat de informatie een volgende keer beter opgehaald kan worden (op voorwaarde dat het ophalen succesvol verlopen is).

Het oplossen van problemen versus het herinneren van de oplossing.

Om te onthouden op lange termijn dienen studenten probleemoplossende activiteiten te verrichten. Het is daarom van belang dat er vergeten plaatsvindt tussen het maken van oefeningen waarbij probleemoplossing dient plaats te vinden. Bij een studie in het leren van woordparen, werd aangetoond dat het weer kunnen oproepen van een geassocieerd woord (voet => schoen) op langere termijn bevorderd werd indien er meerdere woordparen dienden ingeoefend te worden alvorens voet => s...en (als tip enkele letters getoond) als oefening werd aangeboden.
(oplossen van steeds dezelfde problemen volgens dezelfde strategie, gebeurt dan als het ware op automatische piloot, zonder dat er effectief over keuze en de uitvoering van de strategie dient nagedacht te worden, eigen toevoeging).
In het geval van motorische vaardigheden, spreekt men wel eens van de "“forgetting and reconstruction hypothesis”. Als je eenzelfde vaardigheden steeds weer na elkaar herhaalt, dien je als het ware 'het motorische programma niet telkens weer op te laden' ("without actually reloading the motor program").

Optimaliseren van leren door het hanteren van 'desirable difficulties'

Instructie die leidt tot een prestatie op korte termijn, kan de foute indruk geven dat er ook geleerd werd. Instructie die 'actueel leren' daarentegen schijnbaar bemoeilijkt, kan er net toe leiden dat er leren op lange termijn en transfer van kennis plaatsvindt.
Daarom dienen er tijdens de instructie gewenste moeilijkheden ingebouwd te worden. Wenselijk, omdat het succesvol uitvoeren van deze interventies een positief effect heeft op leren, onthouden en begrijpen. Belangrijk is wel dat er sprake is van succesvol terug ophalen. Of, daar niet in slagen waarbij de interventie wordt gevolgd door feedback (met het goede antwoord of oplossing, of op de gevolgde strategie ... eigen toevoeging). Het opnieuw genereren van de 'vergeten' leerstof is meer efficiënt dan het terug aanbieden van de leerstof.

Conclusie

Belangrijk om te onthouden is het verschil tussen prestatie en leren. Wat tijdens een lopende les geobserveerd kan worden, is veelal de prestatie op korte termijn. Pas over langere termijn kan er nagegaan worden of er ook werkelijk leren heeft plaatsgevonden. Het is evenmin zo dat sterke prestaties tijdens een les, er noodzakelijkerwijze toe leiden dat er ook effectief geleerd wordt (om een beetje de vergelijking met de eerste alinea te maken: als er sprake is van een groot ophaalvermogen, wil dat niet zeggen dat dit leidt tot een toegenomen opslagsterkte, eigen toevoeging).
Ten twee is het van belang het maken van fouten in het juiste perspectief te plaatsen. Indien fouten gezien worden als een vorm van falen (van de instructie) kan dit tot gevolgd hebben dat strategieën die het leren op langere termijn bevorderen net gaan vermeden worden.
Voorts wordt er te veel aandacht besteed aan 'aanleg' om te leren en wordt het vermogen die ieder heeft om te leren (door oefening, ervaring) onderschat. Hiermee samenhangend bestaat de verkeerde indruk dat leren geen moeite mag kosten.
Natuurlijk zijn er interindividuele verschillen, door cultuur, voorgeschiedenis, afkomst ... maar er zijn ook universele leerstrategieën waarbij alle lerenden baat hebben.

Bronnen


Bjork, R. A., & Bjork, E. L. (2019). Forgetting as the friend of learning: implications for teaching and self-regulated learning. Adv Physiol Educ, 43. doi:10.1152/advan.00001.2019.

Didau, D., & Rose, N. (2016). What Every Teacher Needs to Know about... Psychology. John Catt Educational Limited.

Reacties