De mogelijkheden van (audiovisuele) technologie bij het geven van feedback

Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.


Zowel voor mijn werk als puur uit interesse boeit me zowat alles wat met onderwijs te maken heeft en zeker als er het effectief inzetten van technologie bij komt kijken.
Er verschijnen tegenwoordig geregeld (terechte) bedenkingen bij het inzetten van technologie als doel, zonder visie of op een ondoordachte wijze. Daarnaast zijn er bedrijven voor wie de door hun geleverde soft- en hardware natuurlijk ook winst dienen op te leveren (niet helemaal onlogisch), waarbij men er bedacht voor dient te zijn dat dit niet ten koste gaat van een eventuele educatieve meerwaarde.
Ook zijn er berichten die stellen dat al die platformen er net voor zorgen dat er meer werkdruk is en de leraren en de leerlingen te pas en te onpas verwacht worden bereikbaar te zijn voor last-minute opdrachten of vragen. Maar, is dit dan noodzakelijkerwijze de schuld van het platform/de technologie of van de visie over het gebruik ervan?


Daarom ben ik blij als ik eens een genuanceerd artikel lees over de eventuele meerwaarde van technologie, mits goed doordacht ingezet. Een artikel uit de Chronicle of Higher Education deze keer. Gevonden via deze Tweet van Neil Mosley.
Ik schreef al eens een post over de aard, moment en het medium waarmee feedback het meest efficiënt kan gegeven worden, waarbij ook bepaalde voordelen van het gebruik van een digitale tool bleken, bijvoorbeeld rekening houdend met de werking van ons brein en de daarop gebaseerde Multimediaprincipes van Mayer.
Ik vul het artikel hier en daar aan op basis van het hoofdstuk 'Technology-enabled feedback processes' in het boek 'Designing effective feedback processes in Higher Education' van Winstone en Carless (2019).

Wanneer het een aanvulling van de oorspronkelijke bron betreft wordt dit aangegeven.

Hoewel feedback in het (hoger) onderwijs als erg belangrijk ervaren wordt, zijn studenten vaak niet tevreden met de aan hen verschafte terugkoppeling. Omgekeerd, zijn lesgevers vaak teleurgesteld 'omdat lerenden weinig of niets met de verschafte feedback doen' (Winstone & Carless, 2019). Technologie kan hierin een meerwaarde betekenen, mits adequaat ingezet, en er zo voor zorgen dat feedback effectiever en meer engagerend is, en op het juiste moment gegeven wordt. Volgens Winstone en Carless (2019) heeft technologie de potentie een bijdrage te leveren aan wat zij het new paradigm van feedback noemen, waarbij de focus niet (alleen) ligt op een optimalisatie van het geven van feedback, maar ook op de uptake ervan door de student. Feedback is pas relevant als de lerenden deze begrijpen, kunnen gebruiken en er ook effectief mee aan de slag gaan.
De tips die gegeven worden zijn zinvol voor lesgevers, maar ook voor ontwerpers van onderwijs en natuurlijk ook voor de studenten zelf (peer-feedback).

Essentiële uitgangspunten

  • Studenten willen dat feedback duidelijke info bevat niet alleen over wat beter kan, maar ook hoé zij dienen te verbeteren. Liefst op een constructieve en engagerende wijze geformuleerd. Graag ook binnen een bepaalde periode na de opdracht gegeven, tussen de twee en de 15 dagen na het inleveren van werk. Winstone en Carless (2019) voegen daar echter aan toe dat deze timing wellicht minder relevant is dan timeliness. Beide staan natuurlijk niet volledig los van elkaar, maar timeliness houdt in dat de feedback verschaft wordt op het ogenblik dat deze relevant is in het leerproces van de studenten. Het ogenblik wanneer zij deze nodig hebben om hun begrip en toekomstig leergedrag te verbeteren.
  • Algemeen hebben lesgevers een beter beeld van hun feedback dan deze door de studenten zelf ervaren werd. Voor de gever van de feedback is vaak duidelijk wat er bedoeld wordt, voor de ontvanger is dat daarom niet het geval. Van dit laatste zijn lesgevers zich niet steeds bewust (Winstone & Carless, 2019)
  • Feedback geeft niet alleen correcties en suggesties, maar kan ook een band van vertrouwen creëren tussen lerende en lesgever. Het zorgt voor een gepersonaliseerde leerervaring en houdt studenten op het juiste spoor richting doelen.
  • Technologie kan hierin een meerwaarde betekenen, zoals online peer-review tools, het geven van opmerkingen in werkstukken, het kunnen opvolgen van revisies (denk maar aan de revisiegeschiedenis in Google Drive, eigen toevoeging), invoegen van audio of video als feedback ...
  • De auteurs breken een lans voor deze twee laatste vormen van feedback. Geschreven tekst kan immers vaker anders (harder) overkomen dan bedoeld. Door beeld en intonatie is audio-video feedback rijker en wordt er vaak ook méér info overgedragen. Na een initiële leercurve boek je met deze feedbackvorm ook tijdswinst.
  • Denk eerst goed na waarom je een tool wil gebruiken, niet omdat deze nu eenmaal voorhanden of flashy is. De kwaliteit van het resultaat wordt in eerste instantie nog steeds door de kwaliteit van de feedback bepaald en niet door de tool.

4 Kernkwaliteiten van goede feedback

Feedback en kritiek zijn twee verschillende zaken. Het doel van feedback dient te zijn het leerproces van studenten te ondersteunen. Dus niet alleen corrigeren, maar ook aangeven hoe de lerende nu concreet verder moet (opmerkingen waarmee uiteindelijk niks gedaan wordt, vormen geen feedback, eigen toevoeging). Waar staat de student nu en hoe evolueert deze verder richting doelen? Feedback zorgt ervoor dat studenten kennis en vaardigheden ontwikkelen.

Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen formatieve en summatieve feedback. De eerste vindt plaats tijdens het leerproces en de laatste vorm aan het einde van een lessenreeks om te 'testen' of de doelen bereikt zijn. Winstone en Carless (2019) spreken in deze context over feedback on learning en feedback for learning.
  • feedback geven dient frequent plaats te vinden. Het is moeilijk hier een cijfer op te plakken en is afhankelijk van de context. De auteurs stellen dat feedback geven niet altijd 'groots' moet opgevat worden: een quizje in de klas, vragen stellen tijdens de les ... zijn ook vormen van feedback en monitoren van voortgang. Indien je hierbij technologie inzet, zoals audience respons tools (denk aan Kahoot!, Socrative, Quizlet Live ..., eigen toevoeging) bestaat het voordeel enerzijds uit de mogelijkheid tot het direct corrigeren van misconcepties. Lerenden krijgen meteen een goed-fout indicatie. Daarnaast is er de anonimiteit die in de meeste van deze tools ingebouwd kan worden. Lerenden kunnen daardoor meer geneigd zijn te participeren in de activiteit. Maar een belangrijke toevoeging is je als lesgever niet te beperken tot de resultaten van de tool, maar deze te gebruiken om bijvoorbeeld een klasdiscussie op gang te brengen, te peilen naar de redenering die lerenden gevolgd hebben, ... (Winstone & Carless, 2019).
  • feedback dient specifiek te zijn. Niet alleen in wat er beter kan, maar ook hoe de student ermee aan de slag kan.
  • gebalanceerde feedback, bevat zowel verbeterpunten als het aanduiden van sterktes van de studenten.
  • feedback dient tijdig gegeven te worden, liefst snel volgende op het inleveren van opdrachten. Maar hou hierbij ook de eerder in deze post gegeven toevoeging van timeliness in het achterhoofd.
Feedback die beantwoordt aan bovenstaande principes is essentieel voor het leerproces. Het kan vormgegeven worden middels frequente low-stakes (geen of weinig 'punten', eigen toevoeging) assessments, omdat deze studenten inzicht geven in hun kunnen, 'angst' voor de echte testen wegnemen en feedback genereren (ik zou er nog aan toevoegen, dat het zichzelf testen ook nog een effectieve leerstrategie is, zie retrieval practice/het testing-effect, eigen toevoeging).

Twee tijdbesparende mogelijkheden

De auteurs benadrukken dat beide opties zowel mét als zonder het inzetten van technologie kunnen gebruikt worden.
  • Rubrics: deze geven een duidelijk beeld van de verwachtingen gesteld aan de studenten voorafgaand aan de opdracht. Ze zorgen er ook voor dat de evaluatie op een transparante wijze verloopt. Digitale rubrics kunnen zorgen voor een zekere vorm van automatisering, omdat alleen het juiste criterium in de rubric dient aangeklikt te worden waarna het systeem zelf de punten toekent en optelt;
  • Peer-review kan een krachtig middel zijn in het leerproces van studenten. Online platformen maken het eenvoudiger dit proces als docent te monitoren. Bepaalde systemen hebben ook strategische opties, zoals het koppelen van studenten aan hun peers op basis van zwaktes en sterktes van de lerenden. De auteurs halen https://www.peerceptiv.com/ als tool om het proces van peer-review in goede digitale banen te leiden.

Het inzetten van audio en video als feedback

Het doel hierbij is zeker niet alleen tijdwinst, maar het effectiever maken van feedback.

Audio en video maken meer gepersonaliseerde feedback mogelijk, zeker vergeleken met de vrij 'algemene', voor iedereen geldende criteria van een rubric (ik schreef onlangs deze post over een artikel waarbij de argumenten 'tegen' rubrics onder de loep genomen werden, eigen toevoeging).
Je kan als het ware één-op-één feedback geven met een screencast waarbij je door de hele opdracht van de student loopt en waar nodig aangeeft wat er beter kan en hoe.
Dankzij mimiek en intonatie heeft beeld en geluid ook het voordeel dat je beter klemtonen kan leggen, nuances aanbrengen en je zegt nu eenmaal op evenveel tijd meer dan je kan schrijven.
Denken we ook aan het beoordelen van communicatieve vaardigheden en de uitspraak bij het aanleren van talen.
Bij presentatievaardigheden kan de student dan weer gefilmd worden en kan er feedback gegeven worden op diens houding, stemgebruik, ...
In taken waar studenten dienen te werken volgens bepaalde oplossende strategieën kan er op het juiste moment in dit proces aangegeven worden wat er misgaat, beter kan.

In een online leeromgeving kan audio en video feedback bijdragen aan het verhelpen van een gevoel van 'isolement'. De instructie wordt gepersonaliseerd, je wordt als lesgever meer 'mens' voor de studenten.

Ook is het niet steeds mogelijk (zeker bij grote groepen) om in de klaspraktijk iedereen van de nodige feedback te voorzien. Met audio-video boodschappen kan dit online en niet tijd- en plaatsgebonden toch op een vrij persoonlijke manier.

Ten slotte leunt het geven van audio-video feedback (ervan uitgaande dat je deze beperkt houdt in tijd) meer aan bij hoe studenten informatie 'opdoen' in het Youtube tijdperk. Wellicht eerder via korte videoboodschappen dan via geschreven teksten.

Winstone en Carless (2019) voegen hier nog aan toe dat in de context van een new paradigm approach to feedback, deze audiovisuele vorm ook de mogelijkheid biedt om in interactie te gaan met studenten. Studenten ervaren het (naast de voordelen in verband met tijd- en plaatsgebondenheid) als laagdrempeliger om op deze manier in gesprek te gaan en eventueel extra toelichting te vragen bij de ontvangen feedback. De lerenden worden zo actieve participanten in het feedbackproces, eerder dan passieve ontvangers van informatie.

In geval van geschreven feedback

Verwachtingen bij een opdracht kunnen erg duidelijk en weinig onderhevig aan nuances zijn. Je kan er dan voor opteren geschreven feedback te gebruiken.
  • In verschillende online platformen zijn er zogenaamd annotation tools waarbij je opmerkingen bij bepaalde stukken tekst kan plaatsen (je kan soms ook veel gebruikte opmerkingen hergebruiken, zoals in Google Classroom, lees hier mijn post daarover, eigen toevoeging).
  • Tevens zijn er mogelijkheden om rubrics te integreren in ELO's waarbij het eveneens mogelijk is commentaren te hergebruiken en de scores automatisch opgeteld worden.
  • Naast het hergebruiken van terugkoppeling, is het in een ELO ook mogelijk om gespecificeerde feedback te formuleren afhankelijk van het antwoord van de student, die dan automatisch verschijnt bij het afnemen van quizzes.
  • Polls en surveys, om een snel beeld te krijgen van hoe het gesteld is met het begrip van de klasgroep over de materie.

Tips om aan de slag te gaan

  • Vraag om hulp aan collega's, IT dienst, support van de tools zelf ...
  • Start met de tools die in je school reeds gebruikt worden, gekend en getest zijn en waarvoor meestal heel wat hulplijnen beschikbaar zijn.
  • Gebruik de ingebouwde feedback opties van tools waarmee je zelf al bekend bent.
  • Eigen toevoeging: pedagogisch/ICT coördinatoren of andere verantwoordelijken voor het implementeren van technologie dienen er mee voor te zorgen dat de technologie ook 'aanvaard' wordt door de lesgevers. Zij moeten het gevoel hebben dat de tool een meerwaarde kan betekenen in het lesgebeuren, maar er dient ook sprake te zijn van perceptie bij de lesgever dat het gaan toepassen van de tool niet onoverkomelijk moeilijk zal zijn (zie ook het Technology Acceptance Model).
  • Er is geen one size fits all. Welke tool te gebruiken hangt af van verschillende factoren, bijvoorbeeld, feedback geven op een lange paper is anders dan de feedback bij een meerkeuzevraag.
  • Zorg dat je gebruikte tool (en feedback) toegankelijk is voor alle studenten (zelf merk ik dat als studenten zaken moeten gaan installeren dit soms al tot problemen leidt. Help hun ook hierbij, schakel de IT dienst in om te helpen, vraag of een tool automatisch organisatiebreed kan uitgerold worden of gebruik tools die ingebed zijn in de door de school gebruikte platformen, eigen toevoeging).
  • Vraag terugkoppeling aan je studenten over de gebruikte tool en gegeven feedback.
  • Wees je ervan bewust dat je altijd wel eens een obstakel kan tegenkomen. Des te meer ervaren en bedreven je wordt des te beter het proces zal verlopen.
  • Winston en Carless (2019) spreken ook over adaptive feedback. Ik denk dat iedere lesgever wel al heeft ervaren dat als studenten hun 'punt' krijgen, slechts weinigen zich nog bekommeren om de feedback die je er als lesgever nog aan toegevoegd hebt. Het kan daarom zinvol de studenten eerst de feedback te laten doornemen, alvorens de score verschijnt. Laat hen bijvoorbeeld (kort) reflecteren, door enkele vraagjes op te lossen bij de videoboodschap of andere vorm van feedback ('Wat neem je mee van deze feedback in je leerproces?', 'Wat zijn voor jou de kernpunten van de gegeven feedback?'). In elektronische leeromgevingen, is het vaak mogelijk deze 'voortgang' te automatiseren, zodat studenten na het inleveren van de reflectie zonder directe tussenkomst van de lesgever hun score ontvangen.

Valkuilen

  • Als je feedback op zich slecht is zal een digitale tool dit niet verhelpen.
  • Ga steeds na wat je doel is en kijk dan of er een tool daarbij kan helpen, ondersteunen om dit doel (beter) te realiseren.
  • Iedere tool is niet in iedere context de beste optie.
  • Hou audio/video feedback kort. Feedback is geen 'les', beperk je tot 5 minuten.
  • Audio/video feedback dient niet perfect te zijn: eens een 'euhm' kan op zich geen kwaad en maakt de feedback persoonlijk/menselijk.
  • Hou rekening met de cognitive load van de student (in de cognitive load theory gaat men uit van de beperkte capaciteit, zowel qua tijd als ruimte, van het werkgeheugen. Indien er een opstopping plaatsvindt in deze flessenhals van het geheugen wordt er niet 'geleerd', niets opgeslagen in het langetermijngeheugen. In deze context, komt de essentie van de boodschap van de feedback niet aan bij de student en gaat deze er wellicht niet mee aan de slag, eigen toevoeging). Spring in je videofeedback niet van de hak-op-de-tak. Maak gebruik van het signaleringsprincipe door met je cursor of een highlighting tool extra aan te duiden waarover je spreekt.
  • Heb een plan en bereid de integratie van een tool voor. Zorg dat je op voorhand de tool in de vingers hebt en zorg dat je de beperkingen kent zodat je hier niet tijdens het 'echte' gebruik tegenaan loopt.

Bronnen

Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing effective feedback processes in higher education: A learning-focused approach. Routledge.

How to Give Your Students Better Feedback With Technology. (2019, November 11). Retrieved February 25, 2020, from The Chronicle of Higher Education website: https://www.chronicle.com/interactives/20191108-Advice-Feedback

Reacties