De kansen van het starten met online instructie op het vlak van effectieve didactiek

In tegenstelling tot de meeste posts op mijn blog, vat ik hier niet een wetenschappelijk artikel samen en de eventuele concrete betekenis daarvan voor de klaspraktijk. Ik wil een eigen ervaring delen, naar aanleiding van wat er vandaag in verschillende kranten verscheen over het eventueel aangrijpen van het momentum dat we 'te danken' hebben aan de helaas nog steeds erg actuele Covid-19 gevolgen voor de start van een nieuw schooljaar.

Pixabay. Vrij voor commercieel gebruik. Geen attributie noodzakelijk

Vandaag verscheen een opiniestuk in de krant De Tijd van Wouter Duyck, getiteld 'Digitaal onderwijs zal op 1980 moeten lijken'. Mijn post gaat voornamelijk daarover, maar ook in De Standaard verscheen iets in dezelfde lijn ‘Het is niet meer van deze tijd om 7 uur op een schoolbank te zitten’.

Als ik de teneur van zijn stuk tenminste begrepen heb, pleit Wouter (ik vind dat ik een naamgenoot bij de voornaam mag aanspreken) voor een verdergaande implementatie van de mogelijkheden en kansen van technologie. Als aan een aantal (rand)voorwaarden voldaan wordt. Zo zijn er wel wat, maar los van de praktische voorwaarden, verschillen in contexten, infrastructuur, leeftijden, ... wil ik het hier hebben over dit stukje uit de tekst:

Het leren in de toekomst zal noodzakelijkerwijs deels dat van vroeger zijn, of het zal niet zijn. De wereld is veranderd, maar de kinderhersenen niet. 

Ik ga ervan uit dat Wouter hier voornamelijk verwijst naar inzichten uit de cognitieve psychologie. Ik denk hierbij aan de beperkte capaciteit van het werkgeheugen van lerenden, het idee van desirable difficulties, het verschil tussen leren en presteren en het feit dat een expert anders denkt dan een novice (Surma et al., 2019). Instructieprincipes die hieruit voortvloeien zijn, om er maar enkele te noemen, dat gespreide oefenmomenten positiever zijn voor het leren dan geblokte oefenmomenten (spaced of distributed practice), dat het (zichzelf) toetsen ingezet kunnen (kan) worden als leerstrategie (retrieval practice) en beter nog, dat je beide voorgaande combineert als spaced retrieval practice (Dunlosky et al., 2013; Hopkins et al., 2015Roediger & Butler, 2011). Daarnaast leidt het aanbieden van leerstof in meerdere presentatievormen (dual coding, niet te verwarren met leerstijlen) tot een betere verwerking en (een ander actueel debat) is het noodzakelijk voorkennis in kaart te brengen en te activeren.

Het is dus belangrijk met deze inzichten rekening te houden, als je materiaal gaat ontwerpen voor gebruik in online onderwijs. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor online onderwijs, maar ook voor contactonderwijs. Uit onderzoek blijkt dat lerenden slechts beperkt gebruik maken van effectieve leerstrategieën (los van het feit of het om online onderwijs gaat) (Dirkx et al., 2019) en dat aan lerarenopleidingen gebruikte bronnen slechts beperkt handelen over spaced practice en retrieval practice (Surma et al., 2018).

Ik zou hier dan ook een klein pleidooi willen houden om het ontwikkelen van online leermateriaal net als een mogelijkheid te zien om na te denken over effectieve instructie. Een kans die er niet alleen toe kan leiden dat principes van effectieve instructie ingang vinden bij het ontwikkelen van digitaal leermateriaal, maar een kans die ook zijn weerslag kan hebben op het contactonderwijs in scholen en de door studenten gehanteerde leerstrategieën.
Ik zou dat willen doen door mijn ervaringen te delen van de afgelopen paar jaar aan mijn eigen school HBO Verpleegkunde Genk.

Even dit:

- ik ben me ervan bewust dat onze context, 18+ studenten met een specifieke achtergrond en ervaring, een bepalende factor is in genomen beslissingen;
- ik sta 24 jaar voor de klas en ben me er eveneens van bewust dat er ook andere zaken komen kijken bij 'onderwijs' dan alleen maar leerstrategieën;
- ook wij hebben 'tijdens Corona' studenten gehad die taken op hun mobieltje dienden te maken en die we van laptops hebben moeten vorzien.

Het gaat hier om een doelbewust opgezet traject, waarbij we rekening hebben proberen te houden met alle randvoorwaarden die er zijn.

We gaan ons tweede jaar in (dus de ontwikkeling gestart ruim voor de Covid-pandemie), waarbij we een blended traject aanbieden aan studenten die werk en leren willen combineren. Het Switch-traject. De verhouding contactonderwijs-online onderwijs is grofweg fifty-fifty.
De noodzaak om een online gedeelte aan te bieden was dus aanwezig. Hierbij hebben we van in het begin aandacht besteed aan hoe mensen leren en op welke manier technologie hier net een meerwaarde in kan betekenen. Ik som er maar een paar op:

- Gespreide (herhaalde) zelftesten. Door de in de ELO (Moodle) aanwezige toetsmodule of integratie van tools als Quizlet, heb je bepaalde mogelijkheden die het effectief toepassen van spaced retrieval practice net iets makkelijker maken. Toetsen verschijnen op een bepaald ogenblik (een tweede, derde ... keer). Je hebt geautomatiseerde feedbackopties. Op basis van gegeven antwoorden verschijnen specifieke extra bronnen of instructies ... 

- Activeren van voorkennis. Grafische advance organizers helpen studenten bij het koppelen van nieuwe leerstof aan reeds bestaande voorkennis. Ze bieden eveneens structuur en overzicht, zeker belangrijk op die momenten dat ze thuis zelfstandig leerstof verwerken.

- Instellingen met betrekking tot onderdelen die pas 'open gaan ' als aan bepaalde voorwaarden voldaan is, maken het mogelijk ook zonder jouw aanwezigheid als leerkracht, toch te bewaken dat een bepaalde voortgang gerespecteerd wordt, de student kennis/vaardigheden onder de knie heeft alvorens verder gewerkt wordt.

- Een online leeromgeving leent zich tot het toepassen van dual coding. Leerstof kan aangeboden worden in zowel een auditieve als visuele vorm, waarbij we rekening houden met bepaalde multimediaprincipes (Moreno & Mayer, 1999).

- ...

Wilfred Rubens schreef naar aanleiding van het boek 'Wijze lessen' (Surma et al., 2019) twaalf blogposts over iedere bouwtseen van effectieve didactiek en de eventuele mogelijkheden van technologie daarbij (Rubens, 2020).

Wat we gaandeweg merkten is dat het nadenken over effectieve leerstrategieën binnen dit Switch traject, stilaan begon uit te dijen naar onze 'gewone' trajecten. Switch-lesgevers verspreidden ook daar het woord, lesgevers buiten het Switch traject raakten geïnteresseerd en wat onbedoeld ontstond werd doelbewust aangegrepen en leidde tot het maken van 'effectieve didactiek' als één van de speerpunten van ons jaaractieplan.
Het uitwerken van dit Switch traject maakte natuurlijk ook dat we vrij goed (niks is perfect) voorbereid waren en op reeds bestaande uitgewerkte leermiddelen en vaardigheden konden terugvallen, toen Covid-19 tot de sluiting van de scholen leidde.

Naast praktische en contextgebonden voorwaarden, zijn er een aantal zaken waar mijn inziens dient rekening mee gehouden te worden om technologie en effectieve didactiek tot één geheel te smeden, bij studenten én lesgevers:

- Naar mijn mening is het goed dat de lesgevers ook een zekere/grote mate van zelfstandigheid/vaardigheid hebben in het (technisch) onderhouden van de leermaterialen. Mensen zien op die manier vaak nieuwe mogelijkheden en kansen, kunnen beter inschatten wat hun interventie betekent aan de studentenkant en denken mee na over effectieve didactiek en de koppeling met technologie.

- Het spreekt voor zich dat er ook aandacht besteed wordt aan achtergronden en inzichten met betrekking tot effectieve instructie, dat leraren zich hierin moeten kunnen verdiepen en, belangrijk, een soort belief moeten ontwikkelen. Lesgevers nemen (gelukkig maar) niet zomaar iets aan als het over instructie gaat, maar zijn wel degelijk bereid hun intuïtie bij te stellen indien de alternatieven evidence-informed zijn;

- Aansluitend op het vorige, is het ook van belang je studenten blijvend te stimuleren tot het gebruik van effectieve leerstrategieën. Dit gebeurt in face-to-face begeleiding, maar ook door technologische mogelijkheden aan te grijpen. Er dient bij een viedeoles notitie genomen te worden? Een reminder-achtige prompt verschijnt om hen te herinneren aan de Cornell-methode en hoe deze best toegepast wordt, als notitie- en als leermiddel. Inhouden en leerstrategieën expliciet verweven, waarbij ook scaffolding toegepast wordt op het vlak van ondersteuning bij het leren, door het hele team.

NB het blijvend op een goede manier laten toepassen van effectieve leerstrategieën door studenten, is een grote en constante uitdaging. Ik schreef er de afgelopen weken reeds twee blogpostst over. Eentje over de Study Smart aanpak en eentje over het KBCP framework.

Het vormgeven van online onderwijs kan in mijn ogen dus net een trigger zijn om na te denken over wat werkt op het vlak van effectieve didactiek, ook in contactonderwijs. Scholen zullen hierin doelbewuste keuzes dienen te maken, rekening houdend met hun specifieke context. Vastleggen wat er beoogd wordt en hoe technologie hierin een rol of meerwaarde kan betekenen.

De eventuele vrees dat technologie en effectief leren elkaar in de weg staan lijkt me echter ongegrond, ik kan me dan ook vinden in het stuk van professor Duyck. En laten we wel wezen, een Wouter heeft altijd (een beetje) gelijk.

Referenties

Dirkx, K. J. H., Camp, G., Kester, L., & Kirschner, P. A. (2019). Do secondary school students make use of effective study strategies when they study on their own?. Applied Cognitive Psychology, 33(5), 952-957.

Dunlosky, J., Rawson, K. A., Marsh, E. J., Nathan, M. J., & Willingham, D. T. (2013). Improving students’ learning with effective learning techniques: Promising directions from cognitive and educational psychology. Psychological Science in the Public Interest, 14(1), 4–58. https://doi.org/10.1177/1529100612453266

Duyck, W. (2020, 28 augustus). Digitaal onderwijs zal op 1980 moeten lijken. De Tijd. Geraadpleegd van https://www.tijd.be/dossiers/corona-rasa/Digitaal-onderwijs-zal-op-1980-moeten-lijken/10247751

Hopkins, R., lyle, K., Hieb, J., & Ralston, P. (2015). Spaced retrieval practice increases college students’ short- and long-term retention of mathematics knowledge. Educational Psychology Review. 28. 10.1007/s10648-015-9349-8.

Moreno, R., & Mayer, R. E. (1999). Cognitive principles of multimedia learning: The role of modality and contiguity. Journal of educational psychology, 91(2), 358.

Roediger, H. L., & Butler, A. C. (2011). The critical role of retrieval practice in long-term retention. Trends in Cognitive Sciences, 15(1), 20–27. doi:10.1016/j.tics.2010.09.003

Rubens, W. (2020, 11 januari). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek versterkt met behulp van leertechnologie [Blog Post]. Geraadpleegd van https://www.te-learning.nl/blog/wijze-lessen-twaalf-bouwstenen-voor-effectieve-didactiek-versterkt-met-behulp-van-leertechnologie/

Sumeracki, M. (2020, 30 juli). Episode 49 - Learning Styles and Dual Coding [Audio podcast]. Geraadpleegd van https://www.learningscientists.org/learning-scientists-podcast/2020/7/30/episode-49-learning-styles-and-dual-coding

Surma, T., Vanhoyweghen, K., Camp, G., & Kirschner, P. A. (2018). The coverage of distributed practice and retrieval practice in Flemish and Dutch teacher education textbooks. Teaching and Teacher Education, 74, 229-237.

Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. A. (2019). Wijze lessen: Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel, Nederland: Ten Brink Uitgevers.

Vanhoywegen, K. (2020, 17 augustus). Leerachterstanden opsporen en wegwerken: korte pijn of lange adem? [Blog Post]. Geraadpleegd van https://excel.thomasmore.be/2020/08/leerachterstanden-opsporen-en-wegwerken-korte-pijn-of-lange-adem/

Reacties