Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.
Studenten schatten de effectiviteit van hun studiemethodes vaak verkeerd in (overschatting). Dit heeft gevolgen voor hun eigen leren (maar ook op hun inschatting en beoordeling van "effectieve" leraren, daarover schreef ik reeds deze blogpost).
Hoe kan je er nu voor zorgen dat je studenten toch leerstrategieën gaan hanteren waarvan de effectiviteit werd aangetoond? In het artikel "Fostering Effective Learning Strategies in Higher Education – A Mixed-Methods Study" wordt onderzoek beschreven naar de aanpak van dit probleem, genaamd Study Smart.
De aanpak vertoont overlap met het KBCP-framework (Knowledge, Belief, Commitment and Planning) waarover ik deze post reeds schreef. Een verschil met deze studie is dat de onderzoekers Study Smart reeds effectief uittesten door de experimentele conditie waarbij de principes van Study Smart werden toegepast te vergelijken met een controleconditie waarbij dat niet het geval was.
De onderzoekers starten met een opsomming van effectieve leerstrategieën (die vaak desirable difficulties vereisen) zoals retrieval practice (het actief ophalen van informatie uit het geheugen door bijvoorbeeld zelftesten), spaced practice (het spreiden van leermomenten in plaats van eenmalige geblokte studiemomenten) en interleaving (tijdens een zelfde studiesessie verschillende soorten (aanverwante) leerinhouden of oefeningen afwisselen. Daartegenover staan passievere leerstrategieën zoals herlezen en markeren. Het is vaak op basis van de reeds genoemde desirable difficulties, die extra moeite kosten tijdens het leren, dat studenten beslissen de effectieve leerstrategieën (effectiever: zeker op langere termijn en in het kader van transfer van kennis naar nieuwe contexten) niet of niet meer te gaan gebruiken. Een uitgebreid overzicht van effectieve en minder effectieve leerstrategieën vind je terug in dit artikel van Dunlosky et al. (2013). Een kortere en vlot leesbare tekst over hetzelfde onderwerp eveneens van de hand van John Dunlosky vind je hier terug.
Het voornaamste doel van het onderzoek is nagaan hoe studenten hoger onderwijs, van wie een zekere mate van zelfstandig leerstof verwerken wordt verwacht, er toe aangezet kunnen worden in hun zelfstudie tijd vaker en blijvend effectieve leerstrategieën toe te passen.
Study Smart focust op drie pijlers:
- informatie geven over effectieve leerstrategieën (awareness);
- motiveren van reflectie over studiemethode en motivatie (reflection);
- het laten ervaren wat het verschil is tussen enerzijds het door studenten subjectief gepercipieerde leren en het leren dat effectief heeft plaatsgevonden (practice)
(in dit laatste geval wordt gesproken van the experienced-learning-versus-actual-learning-paradox)
Als je de suggesties leest van McDaniel en Einstein (2020) in het beschrijven van het KBCP-framework, merk je de overlap met de principes van Study Smart.
Methode en procedure
47 participanten (eerste- en tweedejaarsstudenten universiteit) namen uiteindelijk deel aan het volledige onderzoek, waarvan 21 in de Study Smart (experimentele) conditie.
In drie sessies van telkens ongeveer 2u werd ingezet op respectievelijk awareness, reflection en practice. Deze sessies werden geleid door één van de onderzoekers aan groepjes van 4-12 studenten.
Zie Figuur 1 voor een bondig overzicht van de inhoud van de verschillende sessies.
Figuur 1 [Overzicht van de inhouden van de drie Study Smart sessies]. Overgenomen van "Overview of the ‘Study Smart’ intervention program", F. Biwer et al., 2020.
- In de awareness sessie staat informatie overdragen over de verschillende leerstrategieën voorop. Wat werkt, wat niet? Hoe gebruik je de strategie? Daarnaast worden principes als het testing effect, desirable difficulties en the experienced-learning-versus-actual-learning-paradox uitgelegd. Studenten worden bewust gemaakt van de effectiviteit van hun huidige leermethodes. Aan het einde van de sessie 'ondervonden' studenten retrieval practice doordat ze vragen over de inhoud van de sessie dienden te beantwoorden. Tenslotte werd een huiswerkopdracht opgegeven, namelijk het bijhouden van een fotoblog van hun studietijd tot aan de volgende sessie.
- De reflection session. In deze sessie werden eerst de fotoblogs onderling besproken. Doel van deze sessie is reflecteren over motivatie (wat wil je met je studie bereiken?) en het stellen van doelen volgens het SMART-principe (specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdsgebonden). Tevens denken de studenten na over een effectieve leerstrategie en hoe ze die in de periode voorafgaand aan de derde sessie kunnen gaan gebruiken.
- In de practice sessie werden eerst de vooropgestelde SMART-doelen besproken, alsook het al dan niet toegepast hebben van de effectieve leerstrategie en waarom (niet). In een oefening ervoeren studenten afwisselend 'onderlijnen' als studiestrategie enerzijds en oefentesten anderzijds, waarna een eindtest over de materie werd afgenomen. Het reflecteren hierover was gefocust op de effort die een bepaalde strategie kostte (retrieval practice heeft op een korte periode van twee uur veelal geen positiever effect dan onderlijnen).
Resultaten en discussie
- de metacognitieve vaardigheden van studenten in de verschillende condities werden gemeten. Niet alleen de kennis van de verschillende leerstrategieën an sich, maar ook een inschatting van de toepassing ervan. Scenario's van studiemomenten werden voorgelegd waarbij studenten dienden te beschrijven welke strategie zij waarom zouden hanteren.
Participanten in de experimentele conditie schatten practice tests beduidend hoger in, en herlezen, samenvatten en markeren lager dan de controlegroep. Het toepassen van effectieve leerstrategieën op de voorgelegde scenario's en het uitleggen van de werkingsmechanismen achter de leerstrategieën gebeurde significant beter in de Study Smart conditie (maar nog steeds behoorlijk slecht). Inschatten welke strategie te gebruiken (bijvoorbeeld spaced of massed practice) gebeurde in beide condities vergelijkbaar goed.
- of er een evolutie in gehanteerde studiestrategie had plaatsgevonden over de zes weken van het experiment, werd onder andere gemeten met een pré- en posttest, waarbij studenten dienden aan te geven welke leerstrategieën zij al dan niet frequent gebruikten. Op het vlak van het toegenomen gebruik van retrieval practice was het verschil tussen controle- en experimentele conditie significant (hoger bij de laatste groep). De Study Smart conditie rapporteerde significant minder het gebruik van markeren, samenvatten en herlezen over de periode van het experiment heen. Algemeen stelden de onderzoekers toch nog een vrij laag gebruik van effectieve studiemethodes vast en was er dus ook in de Study Smart conditie nog een kloof tussen kennis over de effectieve strategieën en het uiteindelijk toepassen ervan. De intentie was er vaak, het uiteindelijk gebruiken minder.
In focusgroepen werd achteraf ook besproken wat de eventuele barrières waren in het gebruik van de effectieve leerstrategieën. Studenten haalden onder andere aan dat ze onzeker waren over hoe de strategieën te gebruiken, hoeveel tijd het toepassen hen ging kosten en of het wel een positief effect zou hebben op hun examenscores. Tevens bleek het belangrijk voor studenten dat er oefenvragen beschikbaar gesteld werden in de cursus. Ze voelden zich onzeker (en ervoeren het als tijdrovend) om zelf deze oefenvragen te gaan ontwerpen.
In geval van onzekerheid en ervaren gebrek aan tijd, vallen studenten frequent terug op hun 'study habbits'.
Eigen conclusie
In mijn huidige werkomgeving aan
HBO Verpleegkunde Genk trachten we (onder andere) in te zetten op het gebruik van effectieve leerstrategieën. Ook wij konden reeds vaststellen dat het 'gewoon' uitleg geven in een algemene context of een apart vak Leren Leren wel ergens iets teweeg zal brengen maar zeker geen langdurige verandering als het daarbij blijft. Zoals de studenten in de focusgroepen van de studie ook aangaven, hebben studenten nood aan het toepassen van en inoefenen van effectieve leerstrategieën in de specifieke context van een les. Dus niet op een algemene tekst ofzo, maar op leermateriaal van dat vak of studie-activiteit. Dit impliceert natuurlijk meteen dat het hele team verbonden aan die klasgroep kennis dient te hebben van effectieve leerstrategieën, de studenten stimuleert in het gebruik ervan in eigen studietijd, actief er mee aan de slag gaat tijdens de les én voor thuisgebruik de studenten materialen aanreikt om in eigen studietijd te gebruiken (dit kan eventueel in afbouwende mate doorheen de opleiding als studenten meer en meer vertrouwd raken met de effectieve leerstrategieën).
Tevens denk ik dat studenten bij het onderdeeltje 'planning' uit het
KBCP-framework van McDaniel en Einstein ook de nodige ondersteuning nodig hebben en kan de piste van
implementation intentions een mogelijke meerwaarde betekenen (op voorhand reeds inschatten wat belemmerende factoren kunnen zijn en reeds bepalen hoe je dan gaat reageren om deze belemmering te counteren).
Referenties
Biwer, F., oude Egbrink, M.G.A, Aalten, P., & de Bruin A. Fostering Effective Learning Strategies in Higher Education – A Mixed-Methods Study. Journal of Applied Research in Memory and Cognition, 9. https://doi.org/10.1016/j.jarmac.2020.03.004
Reacties
Een reactie posten