Meta-analyse over het effect van class quizzes op de leerprestaties van studenten

 Feedback geven of bedenkingen formuleren? Lees misschien eerst deze disclaimer of Over deze blog.  

Sotola en Crede (2020) verrichtten in Regarding class quizzes: A meta-analytic synthesis of studies on the relationship between frequent low-stakes testing and class performance (€) een synthese van 52 onderzoeken naar het effect van low-stakes class quizzes (verder quizzes) in een reële onderwijscontext op de leerprestaties van studenten.

Onderzoek in real life onderwijscontext

De auteurs wijzen in het begin van het artikel op het feit dat in tegenstelling tot in labo-settings waar veelal met een actieve controlegroep gewerkt wordt, dit bij de in hun meta-analyse opgenomen onderzoeken niet het geval is. Indien labo-onderzoek verricht wordt naar het testing effect, is er naast een experimentele groep waarbij retrieval practice wordt toegepast in de regel een controlegroep die vaak de leerstof herbestudeert. Dit om uit te sluiten dat positieve effecten die aan retrieval practice worden toegeschreven, niet te wijten zijn aan het feit dat deze groep gewoon vaker met de leerstof aan de slag gegaan is. In deze analyse werden onderzoeken opgenomen waarbij klassen waar quizzes werden gehouden, vergeleken werden met klassen waar dat niet gedaan werd. Vermits het in deze real life onderwijscontexten niet over 'echte' experimenten gaat, is enige omzichtigheid met betrekking tot causaliteit aan de orde.

Theorieën achter het testing effect

De auteurs beschrijven een aantal theoretische achtergronden voor het testing effect, die ik hier kort opsom (vreemd genoeg vermelden zij niet de Retrieval Effort Hypothese of het Desirable Difficulties framework, dus als u die mist in de opsomming is dit omdat ze niet in het artikel staan beschreven, eigen toevoeging).

- Volgens de theorie van Transfer-Appropriate processing leidt retrieval practice tot betere resultaten omdat de vorm waarin er gestudeerd werd (toetsen) gelijkaardig is aan de uiteindelijke toetsafname;
- Volgens de Elaborative Retrieval Hypothesis zorgt het actief ophalen van info uit hun geheugen voor sterkere associaties met gerelateerde info. Hierdoor ontstaan beter gevormde schema's in het langetermijngeheugen, waardoor het achteraf terug ophalen van info vergemakkelijkt;
- De vrij recente Dual Memory Theory gaat uit van het bestaan van twee soorten geheugen. Een study memory en een testing memory. Bij het (her)bestuderen van info, wordt deze uitsluitend opgeslagen in het study memory. Terwijl bij retrieval practice ook het testing memory wordt aangesproken
- Studenten vormen tijdens studiefases aan woordparen gelinkte begrippen (mediators) die tijdens een eindtoets als extra triggers fungeren voor het ophalen van het geleerde. Volgens de mediator effectiveness hypothese vormen studenten bij retrieval practice betere mediators dan tijdens het herstuderen.

In hun artikel maken de auteurs nog een onderscheid tussen het testing effect en Test-potentiated new learning (TPNL). Het verschil zit 'm in het feit dat bepaald onderzoek ook wijst richting een positief effect van retrieval practice op leerstof die aansluit/voortbouwt op de leerstof die middels retrieval practice ingeoefend werd (maar waarvoor deze leerstrategie niet toegepast werd). Onderzoek naar TPNL is vrij recent en het positief effect werd herhaaldelijk gerepliceerd. De onderliggende theorieën, die ook in het artikel beschreven worden, zijn echter minder eenduidig.

Weerhouden onderzoeken

In de methodesectie kan je een uitgebreide beschrijving van de criteria van de gebruikte artikelen (52) terugvinden. Belangrijk om weten is dat alleen onderzoek in een real life onderwijscontext werd weerhouden. Onderzoeken waarbij de niet-quiz klas ook op andere punten té sterk afweek van de quiz-klas werden niet gebruikt (om enige controle over het 'zuivere' effect van de quizzes te behouden). Maar zoals reeds gezegd, blijft het een feit dat de onderzoekers in real life onderzoek niet alle mogelijke parameters die van invloed kunnen zijn op de afhankelijke variabele onder controle kunnen houden.

De meeste onderzoeken werden uitgevoerd binnen hoger onderwijs, maar er werden ook artikelen op basis van onderzoek in high schools gebruikt.

Resultaten en discussie

- algemeen (voor de 52 studies en alle participanten n = 7864) werd een middelmatige effectgrootte gevonden van quizzes op prestaties op een eindtoets (d = .42);
- als de quizzes die gebruikt werden enigszins meetelden voor het eindresultaat voor het vak, was de effectgrootte groter (d = .51) dan wanneer dit niet het geval was (d = .33);
- indien feedback direct gegeven werd en niet met een uitgesteld karakter, was het effect groter (d = .41 versus (d = .31);
- indien studenten zelf een antwoord moesten genereren bij de quizzes (d = .60), was het effect groter dan wanneer er bijvoorbeeld gebruik gemaakt werd van meerkeuzevragen (d = .37);
- het effect was groter voor online quizzes (vergeleken met quizzes die letterlijk IN de klas afgenomen werden) (een echte verklaring hiervoor wordt niet gegeven in het artikel, zelf denk ik aan de mogelijkheid om de quizzes dan vaker te maken, eigen toevoeging);
- de effectgrootte was sterker indien quizzes aangekondigd werden.

De analyse van de onderzoeken wees eveneens uit dat de resultaten op de class quizzes goede maatstaven vormden van hoe de leerstof begrepen was en behoorlijk konden voorspellen of de respectievelijke studenten zouden slagen voor het vak.

De onderzoekers besluiten dat bevindingen aangaande het testing effect en TPNL die gedaan werden in een labo-context, standhouden in een realistische onderwijscontext. Zij formuleren eveneens twee volgens hun belangrijke kenmerken van effectieve class quizzes:

- het frequent inzetten van quizzes en het geven van directe feedback lijken belangrijke aspecten bij het toepassen van retrieval practice;
-
het zelf moeten vormen van een antwoord (open antwoord) lijkt meer effect te hebben dan quizzes met multiple choice vragen of fill in the blanks.

Het gebruiken van quizzes geeft waardevolle informatie aan zowel studenten als lesgevers. Zeker studenten die moeite hebben met de leerstof lijken baat te hebben bij het gebruik van quizzes als leermiddel. Volgens de auteurs is één mogelijke verklaring hiervoor dat minder goed presterende studenten zich zonder quizzes vaak verkeerd (lees: te hoog) inschatten.

Het gebruik van class quizzes heeft dus meerdere voordelen en de auteurs raden dan ook aan dit te verwerken in de instructie, ook omdat de letterlijke en figuurlijke kost relatief laag zijn.

Referenties

Sotola, L. K., & Crede, M. (2020). Regarding class quizzes: A meta-analytic synthesis of studies on the relationship between frequent low-stakes testing and class performance. Educational Psychology Review, doi:10.1007/s10648-020-09563-9

Reacties